Voor haar plechtige communie kreeg mske een zilverkleurig juwelendoosje, twee hartjes bijeen op drie pootjes. De binnenkant was afgewerkt met rood fluweel.

Alle andere geschenkjes van haar plechtige communie waren al lang kapot, versleten of in één of andere verhuis achtergelaten, maar dit stond er nog met de snoeren in met heel kleine pareltjes die ooit eens mode waren en waar ze node afstand van doet. En alhoewel het ding telkens afgestoft was, was het lelijk en zwart van ouderdom. En mske goot de pareltjessnoeren in een hoekje van haar schuif en ging het doosje afwassen om aan de kindjes van Slow’s zus te geven met nog enkele juwelen van vroeger, die kinderen zo graag hebben om mee te spelen.

Ze heeft het afgeschrobd met CIF en het ding ziet er verdorie gloednieuw uit. Na al die jaren blinkt het als perfect gepoetst zilver. En ze heeft het zitten bestuderen en weet niet wat ze er moet van denken. Wie weet is het geen zilveren doosje. En ze weet helemaal niet van wie ze het ooit kreeg omdat ze het eigenlijk nooit iets speciaal vond. mske is niet zo hartjes en frullekesgezind. Maar ze gaat ergens een stukje mooi fluweel zoeken en het aan de binnenzijde opnieuw bekleden, maar het zal, met het oog op Slow, geen rood zijn. Koningspurper misschien!