Toen mske kind was moest zij, als oudste, op de drie anderen passen. Meenemen naar school, babysitten, maar er werd nooit tegen de drie anderen gezegd dat ze naar mske moesten luisteren, want dat kon niet volgens moe. De drie anderen hadden dat zeer snel door.

Toen mske 10 was, was ze de oudste en moest ze beter weten, toen Broer 10 was, moest hij niet beter weten want mske was nog altijd ouder.

En mske dacht, wat ze haar ganse kinderleven dacht: “wacht maar tot ik groot zal zijn”.

Toen Zus geboren werd, bedacht mske dat Zoneke ook bijna drie was maar dat ze er zou voor zorgen dat hij nooit of nooit voor zijn zusje moest opdraaien, want tenslotte had zij, mske, die kinderen gewild en dan moet je de verantwoordelijkheden ook niet afgooien op die, die per ongeluk het eerst was geboren.

Fizzapappakke, het zoontje van Ex’ zus, was 3 weken jonger dan Zus. Toen Zus en Fizzapappakke op schoolleeftijd kwamen hoorde mske MamaEx tegen Zoneke zeggen dat hij goed op zijn neefje moest passen.

En mske zei boos: “Hij moet op zijn eigen zusje nog niet passen, dat die kleine eens leert om zelf zijn plan te trekken”, waarop MamaEx nog maar eens idioot sneerde dat haar dochter maar één kind had en dat daar dus extra attentie moest aan verleend worden.

Zus en Zoneke zijn groot geworden. Zoneke moest nooit op Zus passen of voor haar zorgen of gelijk wat.

Maar wee diegene die één poot naar Zus uitsteekt!