Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Stel je voor

    Je woont in een appartement in een appartementsblok. Je hebt natuurlijk een sleutel van je appartement en je hebt natuurlijk een sleutel van de hoofdinkom. Alle andere bewoners hebben, even natuurlijk, een sleutel van hun appartement en een sleutel van de hoofdinkom.

    Op een herfstige zaterdagmorgen kom je uit je appartement en in het portaal ligt een dooie. Naast die dooie ligt een spuit en staat er een fles cognac. Je belt de politie en gelukkig is de zoon van de huisbaas van dienst, die heeft ook een sleutel en kan dus binnen want jij wil voor geen geld ter wereld óver die dooie stappen om die voordeur open te maken.

Dat overkwam Annie die morgen dat ze naar de trein wou om naar het evenement te komen.

Hoe zouden we Annie nu best beschrijven? Nu ja, Annie is Annie. Annie kan ook maar over één onderwerp praten en dat is dan niet praten maar echt haar stokpaardje. Op zo een ogenblik zegt mske dan: “jaja” en holt verder.

Die ochtend echter had Roger al grinnikend gezegd dat Annie niet op de trein had gezeten. “Lekker rustig” zei hij, want ook tegen hem haalt ze dan dagelijks haar stokpaard van stal en vertelt immer en altijd hetzelfde. “Oei” dacht mske “dan gaat ze straks boos zijn”.

Annie was niet boos toen mske haar zag. Neen, ze stond wat verloren te kijken in het kloppende hart net alsof ze niet goed wist waar ze was en wat ze daar deed. Ze zag er effenaf slecht uit.

Zo erg zelfs dat mske naar haar toe ging en vroeg of er wat niet ging. Annie vertelde het verhaal van hierboven. mske gruwde, wat een verschrikking om mee te maken. “Wil je koffie?” vroeg ze. Annie kan even goed zelf koffie nemen maar verloren als ze was had ze daar zo precies nog niet aan gedacht.

Ze wou koffie. “Annie, melk? Suiker?” vroeg mske. “Kan Annie zelf geen koffie meer nemen?” vroeg Slow. “Vandaag niet” zei mske die spijt had dat ze niets stevigers had om in die koffie te doen.

mske foeterde wat in zichzelf op flikken en slachtofferhulp en andere psychologische bijstanden als het maar in de gazet komt en ze dacht aan de boeken van Agatha Christie waar de vinders van lijken ook altijd een beetje in de watten werden gelegd. Ze had zo het gevoel dat Annie haar verhaal moest kwijt kunnen en zei: “N. heb je al gehoord wat Annie vanmorgen overkwam?” en Annie vertelde het verhaal aan N. “Wil je wat whisky in je koffie?” vroeg N. Neen, dat wou ze niet. Ze wou ook niet zitten.

Die dag zat Annie met haar gedachten bij dingen zoals: “hoe was die dooie aan een sleutel gekomen?” en meer van dat.

De volgende ochtend vertelde Annie dat ze niet had geslapen, ze had van die man gedroomd. Roger vertelde dat het feit dat ze de vorige avond op de trein waren lastig gevallen ook niet bepaald een grote hulp was geweest. Die mannen waren hen gevolgd maar op het einde waren die door een perronwachter tegen gehouden waarop Annie een stapke rapper op huis toe had gezet.

In de loop van de dag vroeg mske hoe het ging en Annie begon over haar stokpaardje: “jaja” zei mske en ging verder werken.

Het komt dus wel goed met Annie.

Previous

De schaal van belangrijkheid

Next

Hopla! Die jonge van vandaag!

4 Comments

  1. In Agatha’s boeken kregen de geschrokken lijkenvinders altijd thee met veel suiker.
    Ik denk dat je van zoiets wel even van slag bent..jakkes, het zal je gebeuren.

  2. Erg, ook voor de nabestaande, als je zoiets meemaakt! Toen ons ma nog op de Zeelaan woonde en ze iedere woensdagochtend de tram nam van 8 uur ’s morgens, werd ze ook eens in de inkomhal getroffen door een negerin die met een paar plastieken draagtasjes, op de grond lag te slapen . Toen ons ma haar wakker maakte, werd die madame nog kwaad ook … tja tegenwoordig zie je vanalles …

  3. ze heeft in ieder geval wel een nieuw onderwerp om over te praten :-s

  4. Als je zoiets tegenkomt blijft het zeker nog een tijdje nazinderen en is het ook beter dat je er over praat. Maar Annie lijkt er nogal vlug overheen te zijn.

Laat een reactie achter bij KlaverkeReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén