Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Hoe een balletje rollen kan

Het was bloedheet toen ik in de auto stapte. Ik merkte dat de nadar er weer stond met de vermelding “speelstraat”.

Toen we terug kwamen gooiden we alle strak zittende kleren uit en ik trok een short aan waarmee ik zelfs niet meer onder de mensen wil komen en een ruimzittend t-shirt van dezelfde familie.

We hoorden de kinderen spelen in de speelstraat alhoewel … die botsende bal klonk toch echt wel veel dichterbij dan die speelstraat.

En ja, daar ging de bel. Luc zuchtte en wees op zijn outfit. Ik stond op, wie nu kwam bellen moest er die afgeknipte jeans en versleten t-shirt maar bijnemen al was ik er vrij zeker van dat het de kinderen waren.

“Als het maar weer geen belleketrek is” dacht ik even, maar neen, ik was er vrij zeker dat er een kind voor de deur zou staan.

Voorgevoel? Want ja, hij stond er. Hij keek nogal angstig. De anderen probeerden zich te verbergen achter het bankske maar waren te nieuwsgierig. Ze bukten zich wel maar hun hoofden piepten boven de leuning uit.

Mja, ze zegden het me al, ik kijk nogal streng, hij slikte even maar zette toch maar door, excuseerde zich en zei dat hun bal onder de auto was gerold en of we …

Ik knikte meelevend en vroeg naar binnen: “Luc kan je even komen” alhoewel ik wel wist dat hij daar achter de voordeur stond en nog maar eens op zijn schamele uitrusting wees. “Hun bal ligt onder de auto” vervolgde ik “met een borstel krijg je die er wel onderuit.

De voordeur ging ineens een heel stuk verder dicht.

Ik knoopte een gesprek aan met het, nog steeds benauwd kijkende, jongetje. “Goed dat de straat weer speelstraat is” begon ik. Dat beaamde hij en vond het prettig dat ze nu tenminste ruimte hadden om te ballen. “Jullie kunnen wel hard sjotten” zei ik “dat is toch best ver”.

Dat was raak. Hij stotterde weer wat en had het nogal omslachtig over de bal die te ver gesjot was en dan onder de auto gerold. Dat geloofde ik meteen, vooral omdat onze straat bergop loopt.

Zeg nu zelf, als kind zijnde, je hebt een speelstraat en op het einde van die speelstraat heb je een ruim uitgevallen kruispunt. Ruim in die mate dat ikzelf vind dat we een gemacadamiseerd pleintje voor onze deur hebben. Nogmaals … zeg nu zelf …

Ik zag hem denken dat het blijkbaar toch allemaal nogal meeviel en hij vertelde dat hij tot nu met zijn mama gaan kamperen was …

Wat hij nog meer wou vertellen, weet ik niet, want daar kwam Luc, uitgedost om onder de mensen te komen en mét een borstel.

Daarna hebben we het geluid van de bal niet meer gehoord. Ze zullen zich toch maar niet meer verder gewaagd hebben dan de speelstraat zelf.

Previous

Akela, de oude wolvin

Next

Geen sant in eigen land

2 Comments

  1. Gettie

    Het is toch geen Pusjkin manipulatie hé. Eerst de scouts aka chiro aka ksj kinderen en nu die van de speelstraat. Beware of childplay!!! hahah.

Laat een reactie achter bij GettieReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén