Toen mske klein was kwam de vuilkar en dat was dan een camionneke van de gemeente. Wat de gemeente met dat vuil deed, dat weet mske niet. Maar toen kwamen de intercommunales en die zorgden voor alles!

Toen alle gemeenten goed en wel bij hen klant waren, verhingen ze de bordjes en gingen eenzijdig contracten veranderen. En niemand kon de zaken terugdraaien en dus moest iedereen maar mee in die mallemolen.

Ten tijde van mske grootouders was er zo goed als geen huisvuil. En hetgeen er wel was, werd één keer per jaar verzameld om daarmee het moeras te dempen.