Ondanks het werken onder druk moest mske naar de markt. Ze wou band hebben om de gordel van twee heuptasjes langer te maken.

En dan zijn ze eigenlijk verloren moeite naar de markt geweest! Die man van dat naaigeriefkraam zag hen blijkbaar niet, want hij deed of ze lucht waren en bediende gewoon de volgende klant.

Slow en mske zijn dan maar weg gegaan omwille van het feit dat ze ooit eens een opmerking maakte over een voorkruipende man en dat de eigenares van het kraam toen nog zegde: “zeg hé, met jullie geruziemaak!”

mske dacht toen, zoals ze zo dikwijls denkt dat ze onzichtbaar is, maar toen ze drie kippeworstenbroodjes wou hebben vroeg de kippenboer: “En veur madam astemblief?” Dus die zag haar wel!

En dan zijn ze nog appelen en peren gaan halen en sindsdien is haar dag terug helemaal goed.

Want die man is een zotte aap! Die stond daar ambiance te maken maar niet zoals de normale marktkramer, maar Slow en mske keken nog maar naar die appelen en hij zei -lees riep- al: “de beste appelen van den ele wereld zunne meniejer”.

En hij sneed daar een stuk af en Slow en mske moesten proeven. Hij rekende af met de vorige klant en zei, zo luid dat gans de markt het kon horen tegen Slow en mske: “nog eerst da schoon maske daar in ’t midden gaan helpen en dan kommek af”. Het kind kreeg een kop als vuur! En iedereen keek natuurlijk.

Uiteindelijk was het zijn vrouw die hen geriefde maar hij kwam af met een stuk meloen om te proeven en mske vroeg of dat dat ook het beste van de hele wereld was en hij zei: “alles is hier ’t beste van den ele wereld”.

En toen ze wilden weggaan riep hij: “héla meniejer wacht es efkes” en kwam hij met een stuk ananas om te proeven en hij vroeg aa: “en madam … wat denkte nu?” En mske zei, naar waarheid: “Ik dacht dat ik de zotste van de wereld gevonden had, maar blijkbaar is dat niet waar”. En hij antwoordde: “Mor nieje, da zennekik!”

En toen ze weggingen riep hij hen na, toen ze al twee kramen verder waren: “En ge wettet hé meniejer! Ge zijt niet de zotste zé!”