En nu natuurkunde en wel over runderen. Eerst heb je de reeds voornoemde dikbil. Dit rund zorgt voor de biefstuk op het bord.

De volgende in de rij is de melkkoe, te herkennen aan de vier kraantjes die ze heeft. Dit rund zorgt voor de melk. De nuances van volle tot botermelk zijn te bestuderen in de cursus “zuivelproducten”.

Is dit koe bruin dan heeft men natuurlijk de chocomelk, maar dit is reeds algemeen geweten tot zelfs in de kleuterklassen.

De koe die mske zélf nog nooit heeft gezien is die, welke volgens een ex klant van haar de “aardbeikoe” heet en voor zover die meneer op de hoogte was, zorgde die aardbeikoe voor drinkyoghourt. Maar zoals gezegd is dit informatie uit tweede hand.

Iets wat mske ten zeerste verwondert was de informatie die een onderwijzeres uit het middelbaar aan leerlingen van 13-14 jaar wist te geven, namelijk dat men het verschil tussen koe en stier kon onderscheiden omdat een stier horens had. En onderwijzeressen weten het altijd beter … maar aan mske hadden ze dat anders gezegd.