Toen mske op haar zevende nog maar eens verhuisde, moest ze de steenweg over met Broer die drie jaar jonger was. Indertijd kon dat nog. Maar het was zo, dat ze een hoek konden afsnijden als ze een binnenbaan namen die op de parking van een groot etablissement uitkwam en dan moesten ze gewoon de steenweg over in plaats van die steenweg een stuk te moeten volgen. Maar dat mocht niet van moe want … in het stuk tussen de binnenweg en de parking was moeras.

En mske, zoals een braaf mske betaamt, nam die binnenweg niet. Op de dag dat ze echter bij een vriendinnetje ging spelen die in dat binnenstraatje woonde wou ze toch dat moeras eens zien. Dat kind viel bijna achterover! Er was daar geen moeras en om het te bewijzen gingen ze daar naar toe. En effectief, daar was geen moeras, nog geen plas, nog geen spatje zachtere ondergrond dan de grind van de binnenbaan. Enkel een kapelleke. En mske snapte er niks van.

Later dus, veel later, bleek dat er geen moeras was, maar dat er enkel een potloodventer achter dat kapelleke uitsprong. Maar die was toen eigenlijk al bij zijn nekvel gegrepen.