mske ging op een nacht alleen naar huis. En gezien dat feit betekent het dat ze toch minstens 18 was want er voor had ze nooit mogen uitgaan. Het was niet ver, gewoon efkes de zaal uit en 50m verder het hoekje om. mske hield de sleutel van de voordeur in haar hand. Dat deed ze altijd als ze alleen naar huis ging. Diegene die te kort kwam, zou die sleutel in zijn oog krijgen.

De auto vertraagde en reed half op de straat, half op het plein. Nog altijd geen paniek, het plein was zelfs daar, op zijn smalste punt, nog breed genoeg om je niet direct belaagd te voelen door een vertragende auto. De deuren vlogen open en de inzittenden, die mske wel al bekend voorkwamen als de eeuwige tooghangers op evenementen, begonnen onnozele prietpraat te verkopen zoals zulke kerels tegen jonge meiskes doen. mske deed alsof ze hen niet zag. Na een zatte schaterbui zijn de deuren dichtgeslagen en vervolgde de auto zijn weg.

Zo een achttal jaren later veranderde mske van werk en wie liep daar in het magazijn? De kerel die op die bewuste avond de deur had open gehouden. Hij bleek een fijn mens, maar dronk nog steeds te veel. En toen mske op een keer het voorval van langgeleden aanhaalde zei hij: “ja mske jong, wat doet een mens allemaal als hij jong is”. Hij was ook verstandig genoeg om te zeggen dat hij nooit zou trouwen. Hij dronk daarvoor te veel en te graag.

mske is zijn naam vergeten. Maar ze is toch blij dat hij niet in de internetgazet stond deze morgen.