“Zou je niet naar de dokter gaan?” informeerde Slow voorzichtig omwille van mskes allergie aan dokters en aanverwanten.

De verkoudheid die hier sedert begin maart in huis rondhangt en van de ene op de andere overspringt had zich eigenlijk al een pozeke koest gehouden, al was ze niet echt weg. Het gevoel van kriebeligheid was in mskes keel blijven zitten en Slow hoest, zoals reeds gezegd, nog steeds.

Eergisteravond begon dat echter enorm irritant te worden in mskes keel en ze dronk een tijmthee. Eigenlijk dronk ze er twee. Gistermorgen was dat beter. Maar gisterenavond … ik dacht dat ze haar binnenste er uit ging hoesten. En vanmorgen om zes uur dacht ze dat het beter was, maar dat was verkeerd gedacht want nadat ze over de overloop had gelopen herbegon dat. mske dacht dat ze er ging in blijven. En Slow informeerde voorzichtig over een dokter.

Dus zat mske om acht uur in de wachtzaal van de dokter. Komt daar een dame binnen, die zegt dat ze niet te kort wil komen want dat ze denkt roodvonk te hebben.

Al bij al valt de schade nog mee. Dat is normaal nà een verkoudheid dat de neusslijmvliezen dik blijven en zodoende blijven kriebelen. En ja als dat geïrriteerd geraakt, dan ga je hoesten.

“Hoe zit dat met roodvonk?” vroeg mske dan maar. Een mens kan nooit zeker genoeg zijn. De dokter deed dat af met een “oh maar”, want éérst moet mske het krijgen vooraleer ze dat aan Amke en Ella kan verderzetten.

Dat is nu eens een echte geruststelling zie!