Ze lag dus naar die storm te luisteren en bij elke aanval van de wind tegen het huis leek het huis te beven en te schuddebollen op zijn funderingen. En plots knalde de gekke deur van de kleedkamer open en Slow sprong zomaar uit bed en haastte zich om die deur te sluiten.

“Ik ga de vensters dicht doen” zei hij. En mske had gedacht dat die al dicht waren, dat het omwille van gesloten vensters was dat het zo warm leek op de kamer.

En ze wachtte af, want dat was nog al eens voorgevallen, dat het leek of het huis bewoog in de storm, maar als de vensters dicht waren dat het net zo stil stond als andere huizen. “Raar hé” zei mske “dat gevoel dat we mee bewegen op die wind”. “Luguber” zei Slow.

Het was vijf uur. En toen hebben ze een gans uur liggen lameren daarboven, over koetjes en kalfjes en over van alles en nog wat en om zes uur zijn ze alletwee terug in slaap gevallen.