Vrijdag in Leuven, duistere avond, tussen licht en donker. Twee fietsers. De vrouw vooraan. Twintig meter erna het kind. En het ging bergaf en die vrouw gleed in een soepele gang naar beneden en dat kindje maar trappen en trappen en trappen om die vrouw bij te houden. En het was groen voor de voetgangers en de vrouw gleed over de rijweg en het kindje trappen en trappen en trappen over de rijweg.

Maar dat kindje keek naar niets, enkel naar de vrouw op 20m voor haar, die ze trachtte in te halen. En de vrouw zeilde majestatisch verder en keek naar niets. Zodoende kon ze ook het gevaar van haar gedrag niet zien. Want moest er een obstakel opduiken nà de vrouw en vóór het kind …