Toen Slow en mske hier net woonden, gingen ze bij de apotheker in het volgende dorpke, maar die had nooit iets, dat moest altijd besteld worden.

Zodoende gingen ze bij de apotheker in het stadje; heel vriendelijke mensen, maar ja, dat is verder weg en uiteindelijk belandden ze weer bij de apotheker hier in het volgende dorpke, al kunnen we niet meer zeggen dat ze niets in stock had, want ondertussen zal ze al wel geweten hebben welke medicijnen ze moest indoen.

Slow gaat langs, ze moeten nog een spuitje gaan halen en aan de dokter terug bezorgen en bovendien heeft hij zijn pillekes voor de bloeddruk nodig en is de doos Dafalgan bijna op door die tendinitis.

Ze haalt alle medicijnen te voorschijn, deponeert die op haar comptoir en Slow ziet dat ze een klein doosje Dafalgan genomen heeft en zegt dat het een grote moet zijn.

Ze zucht!

Die madam zal ook nooit meer moeten zuchten op Slow!