En Slow en mske gingen iets gaan drinken. Dat was zo gezegd en dus ook zo gedaan. Ze reden naar het leuke rustieke taverneke hier wat verder. Te veel auto’s op de parking. Tja, mske is geen meutemens en houdt niet van massa’s. Het alternatief? De taverne waar ze al twee keer de vrouw met het verhaal zijn tegen gekomen. Toch maar doorrijden? Toch maar naar die andere? Dus zijn ze maar naar de laatst ontdekte gegaan.

Leuk! Niet te veel volk maar ook niet leeg. En aan de toog zaten of hingen twee mannen en een vrouw. Twee vrouwen zaten samen aan een tafeltje terwijl hun mannen aan het biljarten waren. Maar het waren vooral de drie, sjiek opgedirkte, mensen aan de toog die interessant waren, ze waren namelijk alledrie, wat men noemt, in de wind. En volgens mske was het al redelijk storm.

De vrouw dronk appeljenever, de mannen pilskes. De conversaties gingen vooral over het getrouwde leven. Eerst probeerden Slow en mske te speculeren welke van de twee heren bij de vrouw hoorde. Ze waren mis. Het was niet de man aan wiens arm ze ging hangen, het was de andere. En toen ze wist te vertellen dat ze haar hond liever had dan haar man … vertelde de man dat ze nog gehuwd waren in de tijd dat er nog met de hel gedreigd werd als je zou scheiden en dat zijn vrouw dus uit angst voor de hel bij hem gebleven was. Ooooh, allemaal niet kwetsend bedoeld hoor, ze hadden de grootste leute.

En toen kwam de man alleen binnen, met een gebreide pull over een gebreide pull over een sweater en dronk schweppes. De twee aangeschoten mannen begonnen al snel een conversatie met deze man, terwijl de twee biljarters hun spel beëindigden.

De vrouw met een voorkeur voor haar hond, besloot dat ze naar huis wou. Haar man had nog een volle pint staan. Ze ging dan maar zitten mokken aan een tafeltje bij de deur. En Slow en mske genoten van het spektakel. De mannen bestelden nog een pint, zodat de man er weer eentje achter stond. En mske fluisterde: “die zal wel altijd een pint achterblijven”. Uiteindelijk nam de man, die niet met de vrouw getrouwd was, zijn jas en stond vertrekkensklaar bij de vrouw die zei: “Marcel, allé kom”. Marcel humde wat. De vrouw drong aan en Marcel zei: “jaja” en bleef zitten.

Ondertussen stond de vrouw toch al met de deur open in haar hand, toen ze nogmaals zei: “Marcel KOM” om dan toch maar buiten te gaan. En mske zei: “wedden dat ze nog eens terugkomt”.

Toen ze dat effectief deed en Marcel dan maar van zijn kruk afgleed en vertrok, stonden de overgeblevenen wat naar mekaar te grijnzen.

En Slow bestelde nog iets en zei: “nog een kriekske en een warme chocomelk”, waarop de bazin mske bekeek, die neen schudde en zei: “hetzelfde”.

“Mevrouw” vroeg de laatst gekomen man “mag ik vragen wat U dan drinkt?” En mske antwoordde. Maar toen de bazin te kennen gaf dat de fles leeg was, zei de man dat hij er wel een wou maken, als mske het goed vond. En de man maakte een Irish coffee, geflambeerd en al.

En toen haalde de waardin een plateau boven met chocomousse en verklaarde dat dat van “de mannen van de chasse” was en dat het anders toch maar om weg te gooien was. En ze deden zich met zijn allen tegoed aan de chocomousse.

Ondertussen werd er al aardig wat over en weer gelachen en toen de biljarters en hun dames naar huis gingen, betaalde de man met de twee pulls er nog ene voor Slow en mske, die wijselijk maar een colaatje namen. En omdat mske vindt dat weegschalen in evenwicht moeten zijn betaalden ze er maar ene terug.

Efkes iets gaan drinken noemen ze dat hier.