Toen gistermorgen mskes gsm ging herkende ze het nummer niet. En toen ze opnam zei de stem, die zo typisch is aan haar: “Ha msken, tes ie M. van M/V hé!” En mske lachte, want ze hoort haar nicht nooit behalve met nieuwjaar en elk jaar met nieuwjaar spreken ze af dat ze toch dít jaar eens gaan samenkomen. En ze lachten en waren vrolijk. Iets wat ze als jonge meisjes nooit samen hadden kunnen zijn. Want moe had iets tegen M/V.

En op zeker moment zei M: “samenwonen? Ikke? Ma msken toch, ik peis dakkik daa noewet veur gemokt was”. Precies wat moe vroeger ook al gezegd had en deze keer lachte mske nog harder en ze zei: “ja meisken, we zijn wij veel te vroeg geboren geweest hé”.

En op de achtergrond zei iemand: “hé zeg M, geef mij msken oek es” en de telefoon werd doorgegeven en nog voor iemand de kans kreeg iets te zeggen zei mske al: “hé dag ms, ne gelikkigen nievejaar hé” “Vansgelijken” zei de andere ms.

En tante ms ging ineens de serieuze toer op toen ze het over moe en va had en zei: “ja kind, wij zijn daar ’t zwet schaap hé en ik zou nie weten wak die mens misdaan heb”. “Och tante ms” zei ons mske “die kan gewoon niet tegen vrouwen met haar op hun tanden”. En tante ms vond dat mske waarschijnlijk wel gelijk zou hebben.

En toen zei ze iets, iets waar mske nog nooit bij stilgestaan had, maar dat ergens toch moet gesluimerd hebben. Ze zei namelijk dat ze nooit de situatie thuis bij mske gesnapt had, want dat ze nooit of nooit beebie mske had mogen “pakken”, want moe had gezegd dat ze dat kind niet moest bedeurven.

En op het einde van het gesprek zei tante dat mske maar eens moest afkomen met Slow want dat tante toch zo blij was dat ze tenminste nog met mske contact had want va liet zijn zus ook terzijde liggen.

En misschien, heel misschien doet mske het wel, maar dan zal ze zich éérst mentaal moeten voorbereiden want er zitten een paar vastgekoekte eelten op haar hart.