Ze komen gereden en de bareel is naar beneden en de rode lichten pinken. Aan de overzijde staat de auto met hun maat, die efkes naar de Aldi was.

De auto voor hen draait en keert terug.

Ze staan daar vijf minuten, mske zegt: “zouden we ook niet terug rijden?” Slow antwoordt: “Als ik dat doe, zie ik de trein in mijn achteruitkijkspiegel” en hij blijft staan.

Ze staan daar tien minuten, mske zegt: “zouden we ook niet terug rijden?” Slow antwoordt: “Als ik dat doe, zie ik de trein in mijn achteruitkijkspiegel” en hij blijft staan.

Ze staan daar vijftien minuten, mske zegt: “zouden we ook niet terug rijden?” Slow antwoordt: “Als ik dat doe, zie ik de trein in mijn achteruitkijkspiegel” en hij blijft staan.

Ze staan daar twintig minuten, mske zegt: “zouden we ook niet terug rijden?” Slow zet de auto in achteruit, draait en keert terug. Ze vragen de weg aan de postbode die er net aankomt, terwijl rijdt hun maat hen voorbij.