Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Het alarmnummer

Na twee dagen zonder internet, avonden uitgezonderd, nachten ook trouwens maar dan slapen we, zijn we er weer en kan ik weer op tijd reageren en niet met terugwerkende kracht.

Twee dagen is geen hele week en zodoende heb ik geen koffertje vol verhalen meegebracht. Eentje heb ik wel.

Nadat ik, lang geleden ergens in Zwolle telefoon van Luc kreeg die me vertelde dat hij vastzat tussen de deuren en ik ineens het wereldrecord op de 100 m verbeterde, nuanceer ik zulke telefoontjes een beetje.

Want was er toen loos? Hij zat inderdaad vast tussen de deuren, maar niet zoals ik vreesde. Ik ging er namelijk van uit dat hij tussen een dichtgeslagen deur klem was komen te zitten. Eerst dacht ik even met zijn hoofd, maar dat kon helemaal niet want dan had hij niet kunnen telefoneren.

Wat was er dan echt aan de hand? Hij zat in een sas. De buitendeuren waren dicht, de binnendeuren waren dicht en daartussen stond hij.

Deze keer ging de telefoon net op het ogenblik dat de werktijd er op zat. En vermits het Luc is die normaal het einde aankondigt -van de werkdag wel te verstaan- dachten we dat hij geen zin had om door die -toch wel grote hal- te lopen. We begaven ons gezamenlijk richting de tafel van R., zoals die locatie onderling best gekend is.

En toen ging de telefoon opnieuw. Ik keek rond, bespeurde geen Luc en nam op. “Kan je eens richting WC aan de snoep- en drankautomaat lopen?” vroeg hij. “De deur zit namelijk op slot en ik sta aan de verkeerde kant”.

Ik vroeg me af hoe hij het toch altijd klaarspeelt. Ik heb hem namelijk in Brussel ook al eens uit de sanitairen moeten gaan redden. Maar ik zette er geen vaart achter. Ik spurtte deze keer niet.

Aan de snoep- en drankautomaat vroeg ik me af of ik nu mijn hoofd bij de mannen moest binnen steken en zijn naam roepen, maar dat was niet nodig. Ik zag de beweging aan de buitendeur, buiten de deur wel te verstaan.

Wat stond hij nu in die ijzig koude donkerte buiten te doen? Ik vroeg het hem. Hij kan me dus nog steeds verbazen.

Hij was naar de mist gaan kijken!

Voor diegenen die nu mochten vrezen dat er iets of wat scheelt in Lucs bovenkamer, dat is niet zo. Hij had enkel van R. gehoord dat de mist flink was komen opzetten en hij wou zich daarvan vergewissen aangezien wij nog naar het hotel moesten rijden. En achter hem was de deur dichtgeslagen.

Maar ik ben er zeker van dat hij die mist ook had kunnen zien had hij gewacht tot we samen naar de auto liepen.

Previous

Met gevolg

Next

Bedenkelijk allooi

4 Comments

  1. Die Luc 🙂
    Jezelf buitensluiten maakt paniekerig. Eén keer deed ik het ook, sindsdien let ik beter op. (afkloppen)

Laat een reactie achter bij BertieReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén