Het is al zo zwart niet meer. Het is méér de eerste schrik dan wat anders maar het is zo vermoeiend om telkens weer ontgoocheld te zijn in één of ander waar je ooit toch in geloofde.

Het lichamelijk euvel is ook al gezakt, alles zit nu in mskes buik te wezzelen. Teveel aan hoofd en te weinig aan maag, gecombineerd met een ressort of twee in een flanellen omkleding.

Net hebben ze hier in de keuken mekaar wat staan troosten. Zus heeft namelijk voor dat laatste kadaver, het vilbeluik gestuurd; opgeruimd staat netjes al is er nog veel kuiswerk aan de andere.