Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Groot Broer Koekeloer

Wij trekken dat aan. Om één of andere reden overkomen ons altijd van die dingen. Goed voor het blog, zou je zo denken. En ja, we hadden weer prijs.

We wandelden en net toen ik zo wat rondkeek naar een geschikte plaats voor een sanitaire stop -dat kan natuurlijk ook gebeuren- hoorden we de stem. Die vroeg of we op wandel waren. Een oudere man op een fiets kwam door het gras achter ons aan gereden. Daar zag ik mijn kans om de struiken in te duiken aan mijn neus voorbij gaan.

Natuurlijk waren wij op wandel. En ja, wij doen dat wel meer. Wij komen niet van zo heel ver. Neeneen, we waren niet helemaal te voet van thuis tot daar gewandeld. Ah ja, onze auto die stond aan de startplaats. Juist ja, de startplaats aan de kerk.

En toen toonde hij waar hij woonde. Daar aan die rookpluim, zie je. Ja die zagen we.

Zijn vrouw was vorige week begraven en dat was zijn zoon die daar vuur aan het stoken was. Ja, zijn vrouw was vorige week begraven en dus wilden ze de dingen opruimen.

De volgende vraag stoorde me. Hij wees naar het fototoestel en zei: “je keek erdoor naar het vuur” en hij vroeg: “heb je een foto genomen?” Want hij had gedacht, zo zei hij : “nu neemt die een foto, straks gaat die klacht indienen”. Hij bleef wel vriendelijk hoor, daar niet van.

Inderdaad, we hadden de zwarte rookpluim gezien die recht de hemel inging, maar omdat ik niet zag wàt brandde -het kon al evengoed een schuurtje geweest zijn- had ik inderdaad door de lens gekeken en ingezoomd. Waarom zou ik nog een verrekijker meenemen als het met het fototoestel ook kan?

Natuurlijk kon er gedacht worden dat ook ik spioneerde. Hij kan niet weten dat ik me enkel met mijn eigen zaken bemoei, dat ik als ik ga wandelen, ik ga wandelen en niet ga controleren of alle medeburgers met alles in orde zijn. Al ben ik dan wel tegen vuurkestook, ik ben geen klikspaan. Nooit geweest en daar heb ik trouwens al veel trammelant mee gehad.

Ik zei dus niets meer. Luc zei dat we verder wilden, maar hij begon daar nog een uitleg te doen over het kapelleke waar hij ook wat in de pap te brokken had. En hoe erg het was voor de boeren, zo helemaal geen regen.

Wij zetten ons in beweging aangezien hij niet van ophouden wist en maar bleef doorvertellen, zodat we hem twintig meter verder nog hoorden praten, al was dat ondertussen haast roepen.

De sanitaire stop kwam er. Die mannen hebben het toch maar gemakkelijk. Misschien eens overwegen …

Ineens bedacht ik iets. “Volgende keer vertellen we niet meer waar de auto staat” zei ik. Luc keek vragend. “Straks staan ze daar om verhaal te halen of gewoon om te checken of dat vuur écht niet op dat toestel staat” legde ik uit.

Ik heb het een beetje gehad met gekke ouwe mannetjes.

Previous

Nieuw!

Next

De Brabantse Pijl

4 Comments

  1. Vreselijk, ben ik effe blij dat ik er niet bij was ☻

    • ms

      Ergerlijk dat je je op mijn leeftijd gaat realiseren dat het waar is, dat als een ouwe man je aanspreekt, hij iets van je wil.

  2. Brrr…. ambetant manneken toch.

Laat een reactie achter bij Matroos BeekReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén