Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Lachen kan pas achteraf

Op de foto’s van Cochem zie je wel dat er een erg smal en verraderlijk wegeltje omhoog loopt naar die Wackelei. Volgens onze gastheer zou je van op die Wackelei toch zo een mooi uitzicht hebben over het dal. Dus zouden we die doen. Voor een beetje regen en nat blijven wij niet binnen.

Ik moet de wandeling niet vertellen, ze staat op de foto’s. Wat staat niet op de foto’s? De laatste klim van 800m. Die ging erg steil omhoog en dat paadje was nog veel erger dan die op de foto’s. Het was scheef en liep zigzag met haarspeldbochten naar boven. En die bochten? Met die vette grond? En dan al dat vocht? Die waren glad. Zo glad dat …

“Hier moet je oppassen” zei ik tegen Luc -ik vermoed dat het aan zijn lengte te wijten is, maar hij glijdt al wat sneller dan ik- en ik stapte zo ver mogelijk rechtdoor om daar kort om te draaien en vervolgde mijn weg.

Tot ik de geluiden achter mij hoorde. Ik draaide me om en zag Luc tegen die berg proberen op te lopen. Hij leek wel een gag uit een tekenfilm na te spelen. Hij viel -nog- niet maar zette pas na pas om precies dat vallen te verhinderen.

Ik had al visioenen van een in de diepte verdwijnende Luc, al was het daar niet echt diep te noemen en zouden de bomen dat naar beneden storten wel verhinderen maar dat was nu precies ook niet zonder gevaar. Ik weet niet meer precies wat ik zei, ik denk iets zoals: “ga liggen”. Dat was dan wel met de bedoeling dat dan tenminste het uitschuiven zou stoppen en hij boven zou blijven.

Om één of andere reden kon hij net op dat ogenblik zijn evenwicht niet houden en ging languit en inderdaad, het glijden was voorbij.

Ging hij toch mopperen zeker! “Ga liggen, zegt ze” mopperde hij. “Mijn bril staat scheef” mopperde hij. “Ik ga niet verder” mopperde hij terwijl hij zich van zijn buik op zijn rug draaide en mokkend op het modderige paadje ging zitten.

Daar stonden we dan. Ik wachtte even. Er kwam geen beweging. “Okee” zei ik “ik ga naar boven, anders was de hele wandeling verloren moeite”. Hij kon mij daar opwachten. Het was hoop en al nog 200m. Meer kon het echt niet zijn.

Ik vertrok. Bij de volgende bocht had hij me ingehaald. We kregen nog vier van die bochten, alle glad en schuiverig maar beter doenbaar en misschien wel iets breder. Van filmen en foto’s was geen sprake meer.

“En nu boven helemaal geen zicht door het weer” vreesde ik. We zagen niets. Dat we net ín de wolk zouden uitkomen, hadden we niet voorzien, maar ik maakte er wel een foto van de Winneburg in de mist: foto die ik zelf best wel mooi vind.

Nu moesten we toch die 800m via datzelfde stuk terug naar het brede pad. Weigering! Zo heet dat. “Ik doe het niet!” zei Luc. “Goed” zei ik “ik bel de Notruf wel”.

We zijn er af geraakt, zonder ongevallen. En terug in onze tijdelijke thuis zei hij: “mooie wandeling, maar dat ene stuk was er te veel aan”.

Wat jammer was, is dan wel dat ik op maandag nog naar de Winneburg had gewild, maar Luc wou niet meer klimmen. Resultaat? We moeten zeker nog eens terug.


Meer foto’s

Previous

Volgende keer

Next

Frons

9 Comments

  1. Haha. Grappig verteld.

  2. Het zal een flinke klim zijn geweest maar achteraf kun je er wel om lachen. 😉 Terug is net zo erg.
    De foto’s zijn prachtig, bij het bekijken heb ik opnieuw vakantie.

    • ms

      We waren uiteindelijk op die “Alte Poststrasse” uitgekomen. Grote naam voor een aarden weg, maar die was wel zo breed als een straat. We vonden dat we die laatste 800m best konden bijnemen.

      Na een kort maar stevig klimmetje op een relatief goed paadje, bleven er nog 500m over.

      We zijn er maar beginnen om lachen zo tijdens het eten, in het restaurant.

  3. En toch is het grappig… achteraf…

  4. ms

    Natuurlijk … gelukkig dat ik bovenop die Wackelei geen lachkramp kregen.

  5. Mooi verhaal als herinnering.
    Op dat moment zal het anders gevoeld hebben ….

    Regenachtige groet,

Laat een reactie achter bij Rob AlbertsReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén