“Zeg” zei Slow terwijl hij de deur openduwde “weet jij war het broodmandje is?” mske zei niks en keek dom, op een manier waarop mske dom kan kijken als ze aan haar ellebogen voelt dat er wel eens een zoekactie zou kunnen opgestart worden. “Je weet wel” ging Slow verder “het broodmandje”. Jaja, mske wist wel welk mandje, het betreft geen broodkorfke maar het mandje dat er uitziet als eentje van de GB maar het niet is. Het mandje dient gewoon om het brood van hier naar de diepvriezer te brengen. Nu ja, niet alleen het brood, ook het vlees en de groenten. Nu ja, eigenlijk is het een soort van gondel tussen de kelder en het gelijkvloers.

Aangezien Slow noch mske het broodmandje wisten zijn, trok Slow naar de diepvriezer met de zak van de GB waarmee ze naar de Lidl gaan.

We hebben het al gezegd, dit hier is geen normaal huishouden. Alhoewel … wie bepaalt wat normaal of niet normaal is?

Zo had mske vroeger, toen ze nog zelf het huishouden deed, de gewoonte om de afwas die niet bij in de afwasmachine kon, in afwachting even in de oven te zetten. Dat deed ze omdat ze met de katten in huis toch die afwas niet op het aanrecht kon laten staan. Het is hier ook altijd de schuld van de katten. Karboenkel had echter de manier gevonden en kreeg de oven open. Nu zet Slow eventuele afwas op overschot gewoon in de tweede ijskast. Eigenlijk is die tweede ijskast nog enkel goed voor het stort want die dateert van mskes trouwen en dat is toch ook al …

… afgeweken. Ik ben weer afgeweken. We waren bij een broodmandje.

Juist nu komt Slow binnen en zegt: “ik weet het, ik weet het broodmandje staan, het staat bij de stoof!” En de uitleg waarom het broodmandje bij de stoof stond, deed mske nog maar weer eens raar kijken, maar deze keer niet omdat ze iets aan haar ellebogen voelde.