Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Dratsj!

Toen het gisteravond, zo tijdens de avondboterham, wat begon te overtrekken zei mske dat het weer wou lukken. Zondag waren ze niet gaan stappen wegens andere bezigheden en één dag rust mag wel maar … ik zal het anders zeggen, mske haar gewicht gaat weer naar beneden en ze heeft er nu echt haar zinnen op gezet om zoveel mogelijk dagen te gaan stappen. Slow zette zich recht, keek door ’t venster en zei: “het is al bezig aan ’t regenen”.

Een goed uurke later scheen de zon weer volop en mske trok haar stapschoenen aan en vroeg: “zijn we weg?”

Ze waren nog maar goed in ’t veld of ze zagen de wolk al hangen. Een donkergrijze, grommelende wolk, net in de richting die ze uit wilden. “Dan gaan we de andere kant maar uit” zei mske.

Maar toen begonnen de onweerskanonnen te schieten. “Doef” zei het kanon dichtbij, “doefdoef” klonk het wat verder af. “Het zal nu snel gedaan zijn” zei Slow.  Het gerommel stopte dan wel maar de donkere wolk hing ineens boven hen.  Zulke kanonnen verdrijven dan wel een onweer maar de  regen houden ze niet tegen.

Toen mske de eerste druppels voelde trok ze snel haar regencape over haar hoofd. Net op tijd, het begon te dratsjen. Slow rende naar het kapelleke om daar, beschut achter ’t muurke, zijn regenvestje aan te trekken. “Zo” lachte Slow “mijn onweerskanon heeft ook meegeholpen”. “Ben je niet beschaamd” foeterde mske quasi geschokt “hier aan dat kapelleke?” “Alle beetjes helpen” beweerde Slow.

Het minderde met regenen en het stopte en toch wilden ze de kortste weg naar huis niet nemen. Eens een honderdtal meters verder herbegon het. Slow’s short was kleddernat aan de linkse kant en toen ze richting huis insloegen werd die vanachter ook al helemaal klets. “Je had beter ook een cape gekocht” zei mske. “Dat is goed om met een fiets te rijden” zei Slow, maar wat verder veranderde hij toch van gedacht aangezien hij niet veel droog meer aanhad.

Het stopte met regenen en er kwam zelfs terug een zonneke piepen. “Tegen dat we thuis zijn, zal ’t over zijn” zei Slow. “Och dat is niks” zei mske “dan vertrekken we toch gewoon terug”.


Previous

Het verband

Next

Een grijze dag in een voorbije grijze winter

2 Comments

  1. de kans om de lotto te winnen is volgens mij even groot,als het vinden van de pot met goud aan het einde van de regenboog.maar blijven dromen kan geen kwaad))
    want de mooiste dingen in het leven zijn de dromen dat alles nog beginnen moet,
    en het beste nog moet komen!
    grtjs….

  2. hé ,wij hadden hier geen onweer.Maar het einde van een regenboog zou ik wel eens willen vinden en ook die pot met goud !

Laat een reactie achter bij guusjeReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén