Al die weken hebben die klein krawelen zich stil gehouden. Nu mske ze gevonden heeft janken ze. En als mske zich over de doos buigt, dan janken ze ook en die ene grijze blaast een beetje, maar hij laat zich toch of zijn kopke wrijven. Dat witteke dat is haantje de voorste zie.

“Poeh!” zegt Toke “zoveel ambras voor een ander zijn kadeeën” en ze kruipt terug in haar doos.

Slow zegt dat Toke precies alkolieker geworden is. Ik zal sebiet eens aan haren asem gaan rieken!