Ze waren maar goed weg of Slow stopte op een parking. Er was een sierelement van de XM los gekomen en dat zwabberde weg en weer. Ze hebben dat weer op zijn plaats geklikt.

Ze waren bijna ter plaatse, wél al geparkeerd maar moesten nog een honderd meter te voet. Daar kwam een ambulance met wieoewieoe én blauw flikkerlichtekes. Alle geburen stonden buiten en die ambulance stopte daar voor een huis.

Ze hebben een madam geholpen wiens rood olielampke stond te knipperen. Dat ze die dop van die oliekan niet afkregen en dat die nu kapot is omdat ze dat met een mes moesten openmaken, dat is al wat minder.

Ze willen de parking afrijden en er komt een ambulance met wieoewieoe én blauw flikkerlichtekes. Slow en mske hebben die eerst door gelaten.

Ze spraken op de radio over een ongeval ter hoogte van wij-weten-dat-wel-maar-willen-het-niet-zeggen en Slow en mske waren er net in tegenovergestelde zin voorbij gereden.

Ze spraken op de radio over een ongeval ter hoogte van oei-dat-is-al-korter-bij-de-deur en Slow zei: “we zullen er maar in Tienen af gaan zeker”.

Ze reden er af en mske zei: “zeg, wat is dat nu weer met die blauw flikkerlichtekes?” Ze spraken op de radio over een ongeval ter hoogte van Hoegaarden en Slow zei: “dat is die ambulance, die we net gekruist hebben”.

Voor de rest valt er over die uitstap niet veel te vertellen.