Zoneke was 16 en kon met de ziekenkas gaan skiën. Hij werd ingeschreven.

Pech zoals naar gewoonte werd Zoneke ziek en geen klein beetje ziek, maar ziek ziek. En toch ging hij skiën. En ze konden zeggen wat ze wilden, Zoneke ging skiën. Hij zou zijn medicamenten wel meenemen, maar hij ging skiën.

Zelfs op het perron van de nachttrein trachtte mske hem nog van gedacht te laten veranderen. Maar hij stapte op die trein. Indertijd was de gsm nog niet zo ingeburgerd en mske was ongerust.

Toen ze hem konden terug op halen na de ski-vakantie, stapte hij fris en monter en stralend en wat nog allemaal van die trein en vertelde doodleuk dat hij eigenlijk nog maar één dag last had gehad, want met dat schoon winterweer was dat snel over geweest.

Maar hij heeft ginder in dat schoon winterweer wel een microbe op gedaan. Hij werd er namelijk gebeten door de ski-microbe.