mske was steenrijk, in haar dromen natuurlijk en zij en Slow wilden niet dat dat geweten was. De kerel, wie weet van waar die opdook, bleek dat echter te weten, al wist hij het niet. Snap dat nu maar. In elk geval leuterde die aan mskes oren over een jeugdvoetbalploeg waar hij voor in stond, al had hij daar nog nooit een poot gezet. mske wou van die zeur af maar die vent was alomtegenwoordig.

Toen ze op een etentje waren en mske aan haar overbuur, die in de juiste branche zat, vertelde dat ze een huis zocht, gewoon een tweede huis om te overnachten zodat ze ’s nachts zo ver niet moesten rijden om thuis te zijn, bood die eigenste kerel, die ineens haar tafelbuur bleek te zijn, onmiddellijk aan dat efkes voor hen te regelen.

Er waren nog een paar kleine dingen, die mske nu niet meer weet, iets met een kelner die er voor zorgde dat ze bij die kerel kwamen te staan op een receptie en een affaireke aan een bar.

In elk geval dacht de mske uit de droom van haar valiezen te pakken en voor een jaar of zeven op reis te gaan naar Barbados want ze vond rijk zijn helemaal zo leuk niet.

Nog voor ze dat idee kon uitvoeren werd ze wakker en ze was blij dat ze wakker was. Je hebt zo van die dromen die enervant zijn omdat het altijd op hetzelfde terugkomt.