En dan nog een posteke er over ook.

De molen draaide dus en ze waren helemaal tot boven gegaan. Net toen ze de bovenste trap achterstevoren terug af kwamen zagen ze de man. Een jonge man met een baby op de arm en een klein meisje. mske verwittigde hem wel dat de treden enorm uitgesleten waren.

Eenmaal terug beneden, zagen ze dezelfde man, aan de trap met het probleem dat hij de twee kindjes niet kon dragen op de molenaarstrap en zodoende één van de kindjes moet achterlaten om het andere beneden te komen zetten.

“Kom” zei mske “we zullen wel even op het beebietje passen”. De man aarzelde even maar zag wel in dat het de enige oplossing was. Het kindje weende niet en keek mske heel onderzoekend aan.

Slow zei: “in Bokrijk ontmoet je het verleden”.