De herinnering is oud, zo oud dat mske helemaal niet meer weet waar en waarom noch wanneer. Feit is dat ze van de trein stapten: grootmoeder, Broer en mske en dat grootmoeder er dan aan dacht dat ze de bagage in het rek had laten liggen. Ze riep de conducteur en die kwam bij Broer en mske staan terwijl grootmoeder terug de trein inging.

Op dat moment wou mske maar één ding, grootmoeder nalopen want stel dat die trein toch vertrok, stel dat die conducteur wegging, stel dat …

De erge dingen die we heden ten dage altijd horen stelde het kleine mske zich niet voor, daar had ze nog niet eens het minste gedacht van, maar de vraag “wat te doen als …” was blijkbaar al traumatiserend genoeg om er nu nog steeds weet van te hebben.