Zo een drie keer per dag zegt mske:”allé Van Patiënten”.

“Ik weet het” zucht Slow en gaat op haar stoel zitten.

mske pakt een minuscuul fleske, houdt dat boven zijn oog, trekt dat ooglid omhoog en “drup”.

Soms gaat dat goed, soms pruttelt Slow tegen zo van: “je komt te dicht bij” of “je duwt mijn hoofd achterover” of “het duurt te lang”.

“Wie is hier de medische staf?” vraagt mske dan.

En dan mag ze ’s avonds in bed, voor ze slapen nog eens zalf in dat oog doen ook.