Dat is ook juist. Daar waren ze deze week nog over bezig. mske noemt dat stampen. “Dat is duwen” zei Slow “dàt is stampen” en hij deed een teken met zijn voet. “Dat is sjotten of schuppen” zei mske, al kan ze met haar voet soms ook stampen. Duwen in mskes dialect is eigenlijk drummen of iets voortduwen. “Dat is allemaal al eender” zei mske “vanwaar denk je dat de naam ‘Stampen en Dagen‘ komt?”

Waar Slow het soms ook niet makkelijk mee heeft, zijn de Franse woorden die in mskes dialect verweven zitten. Het verschil is opmerkelijk. mske van tegen de taalgrens en Slow van tegen de Nederlandse. Dat zijn ook communautaire problemen maar hier doen ze daar zo moeilijk niet over. Dan zeggen ze gewoon: “wat zeg je?”

Zo kwamen ze dan ook op die petarrekes. Slow kende dat woord ook niet, Wachtebroer en Max ook niet. “Maar wat is dan de juiste benaming?” vroeg mske. Tja, dat wisten ze haar ook niet te vertellen. Ze gooiden daar alleen maar mee, of legden die op de rails van de tram om de wattman te laten stoppen bij dat geknal.

In Nederland heet dat dus knalerwten, met dank aan Olive, en pistongskes voor een pistongskespistool zijn dus klappertjes voor een klappertjespistool, weerom met dank aan Olive.

Dit gezegd zijnde, zit de les woordenschat er weer op voor vandaag.