“Dat kan niet” zei Slow toen Mappy aangaf dat ze een uur moesten rijden. Maar voor alle zekerheid vertrokken ze toch maar nog maar tien minuutjes vroeger, want ze moesten nog efkes naar de bank en ze moesten nog efkes tanken.

Bij de bank was ’t al prijs. Daar stond er weer een de gazet af te printen. En het was de weekendeditie met de sportbijlage, de kunst- en cultuurbijlage, de muziekbijlage en wat er nog allemaal bij de gazet bijgelaagd kan worden. “Zucht” zuchtte mske dat begint al goed.

Dan tanken. Slow stapt uit en mske hoort hem even later tegen iemand zeggen dat het niet werkt, waarop die andere persoon direct oppert dat er iets met de bankkaart zou zijn. Je hoort de woorden maar verstaat: “staat er wel geld op de rekening?” “Zucht” zuchtte mske “we gaan hopeloos te laat komen”.

Als de andere man dan ook niet kan tanken, weet Slow genoeg, springt in de auto en rijdt verder, naar het volgende tankstation dat -gelukkiglijk- maar een paar honderden meters verder ligt. “Heb ik sjaans” zegt hij “want de stop hing nog in de klep”.

Op de snelweg moesten ze dan nog eens over drie versmalde rijstroken tegen 70 per uur.

Toch een wonderlijk programma, dat Mappy. Waar dat allemaal rekening mee houdt.