En toen? Toen zei Slow: “nu heb ik Sloef toch al een poos niet gezien”. “Och” zei mske “die zal hierbij onder ’t buro zitten”, want daar hadden ze alles wat ze niet direct nodig hadden in veiligheid gebracht.

“Ik zie hem niet” neusde Slow onder het buro. “Je weet toch dat die zich goed kan verstoppen” zei mske.

Het eind van ’t liedje was dat mske ook ongerust was, dat ik toch buiten geraakt was en die mannen laten de voordeur open staan. Toen die mannen weg waren, ging ze in de gang en naar boven en ze zag dat de deuren van verschillende kamers open waren. Ze zuchtte en kwam terug naar beneden en ging in de keuken kijken of ik daar soms niet gauw mee naartoe geritst was. Toen ze terug kwam zat ik gewoon hier aan haar stoel naar haar te kijken. Ze heeft niks gezegd maar ik ben er zeker van dat ze inwendig: “verdomme Sloef” gedacht heeft.