mske werd wakker om half zeven en vroeg zich af: “hoorde ik nu kattenpootjes op de overloop roffelen of heb ik dat gedroomd?” Vermits ze niks meer hoorde dacht ze het tweede. Ze viel echter niet terug in slaap want ze werd onrustig bij de gedachte aan de spookdeur. Ze dacht: “stel dat die open gegaan is en met die venster op kipstand …” In het Wat-was huis was ik ook eens met mijn kop tussen de kipstand geraakt en was bijna opgehangen.

mske joepte uit bed en keek op de wekker: “half zeven” mompelde Slow. “Ik denk dat Sloef in de gang zit” zei mske “en dat met dat kipvenster”. Ze opende de deur. Ze zag me nog net achter ’t muurke piepen. “Dat kipvenster is dicht” zei Slow. Ik liep snel naar de bovenkant van de trap, maar ze volgde niet. Ze stapte naar de badkamer.

Die nachten hier alleen kunnen toch lang zijn ja.