Meestal tracht mske zich niet te ergeren, want dat is toch alleen maar tijd- en humeurverlies. Meestal lukt dat, maar soms is het er toch over.

Zo kan het gebeuren dat er, wanneer er iets te gebeuren valt in een bepaalde hoek, er een kleine recht springt om te kijken zodat de anderen, waaronder mske, niks zien. mske zegt niets, de tweede keer zucht ze, de derde keer zegt ze dat ze toch ook graag iets zou zien. Maar de kleine zit iets te veraf om er iets tegen te zeggen.

Op een zeker moment geeft mske het op om te trachten in die hoek wat te zien en dan hoort ze ineens Slow: “zittèn” roepen. De kleine kijkt verschrikt om maar blijft verder toch zitten.