Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Lefke en onderlefke

Als kind moesten wij een onderlefke -lees: onderlijveke- aan. Altijd … denk ik toch. Mijn herinnering laat me een ietsje in de steek.

Als het kouder werd moest daar een lefke over. Dat was een zelfgebreid geval met korte mouwen in prikkelige grijze wol.

We waren kind. We protesteerden niet. We wenden er aan.

Ergens in het middelbaar wou ik niet meer. We moesten ons in het turnzaaltje omkleden en mijn onderlefke was al wel eens onderwerp van spotternijen.

Ik kaartte het thuis aan. Geen sprake van. Ik sliep met mijn kleine zus op de kamer en die moesten ze behoeden voor één of ander bloot van mijnentwege.

En bovendien, als ik dat niet zou dragen zou ik later reumatis -zoals mijn moeder het noemde- krijgen.

Nog veel later, toen we jaarlijks in de winter naar de Pyreneeën gingen droeg ik thermisch ondergoed … uit eigen wil en tegen de koude. Maar ik droeg niet enkel bovenstukken. Ook mijn broek was opgewarmd.

Geen reuma? Ah, neen. Het is artrose. De dokter deed die uitleg over warm kleden af als onzin.

En nu denk ik dat we dat alleen maar aan moesten om van die lelijke prikkelende grijze wol vanaf te geraken.

Previous

Enkel als afschrikmiddel?

Next

Kijken naar wat we eten

15 Comments

  1. Een cynische gedachte. 🙂
    Een lijfje ken ik alleen uit verhalen. Wij hadden een borstrok, een (meestal zelf-)gebreid hemdje over het gewone hemd. Nog lang in de mode geweest voor babies en kleuters maar de laatste jaren werden ze kant en klaar gekocht. Tot in de jaren ’60.

  2. Een borstrok ja, die ook prikte, althans degenen die ik droeg. Ik weet eigenlijk niet waarom die, net als lange onderbroeken van Jaeger, zijn verdwenen. Ik vermoed dat vanaf het einde van de jaren 60 de huizen beter verwarmd werden (aardgas in Nederland!) Ik kan me trouwens herinneren dat ik als jongen de hele zomer, tot ongeveer begin september, in een korte broek liep, ongeacht het weer. Dat was toen heel normaal.

    • ms

      Toen mijn broer een jaar of tien was maakte men hem wijs dat échte mannen in korte broek bleven lopen. Goedgelovig als hij was heeft hij zich nooit afgevraagd waarom mijn vader dat dan niet deed.

  3. Herkenbaar. Wij moesten ook een onderlijfje dragen in de winter. Van die zelfgebreide prikdingen. Op het onderlijfje werd een kleine medaille gespeld waarop christus stond afgebeeld. De medaille moest ons beschermen. En dat heeft ze gedaan. We zijn allen heelhuids met prikkend en jeukend onderlijf onze jeugd doorgekomen.

  4. Medailles kenden we ook maar niet iedereen had ze. Moe vond het onzin, lees : ze wilde er geen geld aan uitgeven.☺

  5. elsjeveth

    Een wolletje noemde mijn moeder dat. Prikken en kriebelen maar wel altijd lekker warm. Mijn oma maakte ze van beige wol, Werd het wolletje te klein dan ging het naar de nichtjes die net iets jonger waren. Tegen de tijd dat mijn jongste zusje aan een wolletje toe was werden er voor haar hemdjes bij de Hema aangeschaft

  6. Vroeger dacht men inderdaad dat dikke warme kledij reuma kan voorkomen. Daar denk ik soms nog eens aan als ik die blote ruggen en buiken op straat zie.

  7. Haha een onderlefke, moest ik vroeger ook altijd aan. Nu heb ik het vervangen door spaghettitopjes 😉

Laat een reactie achter bij SuskeblogtReactie annuleren

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén