Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Search results: "thermometer" Page 2 of 2

De vergissing

Enkele jaren terug kregen Slow en mske van Zoneke een pakket met vogelbosje. Ze plantten dat op de berg. Er schoten toen drie struikskes over. Die hebben ze dan maar op het koerke tegen de muur in het bloemenperkske geplant.

Ondertussen hebben we al verteld over één of andere die alles blijkt kapot te spuiten dat daar buiten op die berg staat te groeien, dus hebben we nu nog enkele boomkes daar op die berg én de drie op het koerke. maar die wassen zo verschrikkelijk goed dat die scheef gaan hangen zodat Slow vorig jaar al zei, spijt te hebben dat ze die boomkes daar gezet hadden.

Die boomkes omdoen? Oh, daar had mske zo een hartzeer van en ze ging eens nakijken of ze die niet konden verplanten. Bijkomend probleem is natuurlijk dat die wortels ondertussen ook al onder de kasseikes zullen zitten. Nog een bijkomend probleem is dat vorige herfst één van de drie boomkes ineens hazelnootjes droeg. Het verkeerde boomke trouwens, want mske dacht dat de uiterst linkse de hazelaar was. Nu eerlijk gezegd, ze zou niet meer weten wat die derde dan wél is. Een hazelaar, een waterwilg en een onbekende. Die ziet er dan eigenlijk nog hazelaarachtig uit.

Maar daar hadden we het niet over. In de winter zei mske: die boomkes gaan er uit. We moeten die mooie muur terug bloot hebben voor een zonnewijzer, een thermometer en nog wat van dat fraais tegen te hangen.

De boomkes staan er nog. Laatst zei mske: “nu moeten die boomkes er toch uit want die gaan serieus in de weg hangen”. Zei Amke: “oh, dat is jammer! Kan je ze niet verplanten?” en lap! Daar ging mske weer aan het twijfelen.

Het leven is toch moeilijk zé, als ge zelfs genen boom kwaad kunt doen.

Zorro rides again

Tegen tweeën zei mske ineens dat ze naar ’t stadje wou. Het weer zou er niet beter op worden en het was tenminste droog. Ze ging efkes buiten gaan staan voelen of ’t warm of koud was, terwijl Slow daar de thermometer voor nodig had die natuurlijk was weggewaaid. “Doe jij een lange broek aan?” vroeg Slow. “Doe jij een lange broek aan?” antwoordde mske. “Doe jij een fleece aan?” vroeg Slow. “Neen” zei mske “wel mijn regenjaske”. Dat houdt dan ondertussen al niet veel regen niet meer tegen maar het voelt zalig aan als ’t niet te koud is.

Even later stapte ze op haar fiets en zei: “Zjust Zorro!” Tja, zwarte trainingsbroek, zwart euhm ’t is geen t-shirt maar ook geen bloes, zwarte regenjas, zwarte schoenen, zwarte zonnebril. Haar sokken waren niet zwart maar dat zag geen mens. Ah ja, die zonnebril dat is tegen de wind en om geen vliegskes in haar ogen te krijgen.

Briefke-brievenbus-bank, Kruidvat, Krantenboer, W-winkel, Zjeebee.

En toen begon het te regenen. mske zette de kap van haar regenjas op, maar dat is zo een grote kap, zo wat een paterskap. “Zorro!” riep Slow haar na. Toen mske haar kap met haar hand vasthield bij ’t rijden vroeg hij of ze die met haar tanden niet kon tegenhouden. Dat probeerde mske. Ze beet in een stuk van de kap. En toen vroeg hij of ze haar koddig mutske niet bijhad.

Eigenlijk zou het koddig mutske ook al in de fietstas mogen, maar mske vertikt het. Het koddig mutske is een wintermuts en het is zomer. En dat het weer doet wat het wil. Het is zomer!

Ondertussen trachtte ze “dat is ook zwart” te zeggen op Slow’s vraag, maar dat lukte niet al te best met die kap tussen haar tanden. Dat klonk zo meer als: “daz oeg zwed”. “Wat zeg je?” vroeg Slow. mske zei niks meer maar reed naar huis.

Nu zit Slow hier toch al de ganse avond zetten in de lucht te zetten zeker! En hij zei dat hij mske wou fotograferen in haar Zorropakske. Hoe dat gaat aflopen, dat weet ik nog niet. De onderhandelingen zijn nog aan de gang.

’t zijn Lappen

Op zo een late decemberdag in 1999 stap je in je auto met je valiezen en je rijdt de noorderrichting uit naar Travemünde. Daar kom je tegen de avond aan om te horen dat je ferry vertraging heeft en pas de volgende morgen vroeg kan vertrekken. Je installeert je in je slaapzak in je auto, die daartoe uitgerust is, en je slaapt. De volgende morgen trek je in zeven haasten je kleren terug aan en rijdt de ferry op. Ontbijten en douchen kan je aan boord.

Zesendertig uur later rijd je die ferry af in Helsinki waar een ingepakte Fin je met je identiteitskaart in zijn handen niet vraagt of je geen slechte bedoelingen hebt maar wel of je gepaste banden op je auto zitten hebt, want hun wetgeving is net aangepast. Natuurlijk zitten er gepaste banden op en je mag het binnenland in. Je zoekt een hotel want in het donker in een onbekend gebied kan je je zomaar niet in die auto installeren. Dat kan wel natuurlijk maar je ziet de parkings niet. Een sporthotel, fijne infrastructuur en eigenaardig van opzet.

De volgende ochtend rijd je richting noorden en op de middag houd je even halt om wat te eten te kopen. Restaurantjes zie je niet en bovendien heb je daar de tijd niet voor want je wil voor de avond op je bestemming zijn.

Iets later rijd je de halve duisternis in die de volgende twee weken je metgezel zal zijn en nog wat later laat de auto je weten dat jij dan wel je buikje vol hebt maar dat hij ook wel het één en ander zou lusten. Je stopt aan een tankstation. Je stapt uit en nog sneller dan je pap kan zeggen zit je terug in die cabine. Je bekijkt mekaar en zegt: “wat is me dat?” en je denkt bij jezelf “dat houd ik nooit twee weken vol”. Je zoekt de thermometer die zegt: “-25”. Met een zucht haal je je winteroutfit uit je valies en trekt die aan. Je koestert de stille wens het ganse zaakske om te keren en terug te rijden. Naar je bestemming rijden is echter dichterbij.

Ondertussen is het volledig donker geworden en rijd je in een zwarte tunnel en oriënteert je op de afbakeningspiketten langs de weg. Je weet dat je op vastgereden sneeuw rijdt maar de Finnen doen dat ook. Het rijden is vermoeiend aan de ogen. Wat later rijdt een grote truck voor je en alhoewel hij trager rijdt dan jij blijf je er toch achter. Het is gemakkelijker rijden als je je op zijn achterlichten kan baseren. En hij moet jouw richting uit. Een uur of twee later verandert hij van richting maar in deze stad ben je al geweest en wat later kom je aan.

De ontvangst is hartelijk en je moet onmiddellijk binnenkomen en eten en grog drinken en je krijgt eindelijk gezegd dat het maar koud is. De Finnen lachen niet, neen, ze beamen dat het koud is, maar het gaat warmer worden. “Wanneer?” vraag je ongelovig. “Binnen enkele dagen” zeggen ze en de opper Fin zegt dat hij hoopt dat de temperatuur niet te erg stijgt, -10 is perfect, -5 is te warm. Ze vertellen je dat het het jaar er voor -50 is geweest. “Wat trek je dan aan?” vraag je. “Alles wat in je kleerkast hangt en je stopt stro in je schoenen” klinkt het.

En werkelijk, de volgende dagen wordt het zachter. De wind gaat liggen en de temperatuur stijgt en je hebt werkelijk geen last van de kou bij -10. De enige tic die je hebt is dat je constant je voeten in beweging houdt, zelfs met thermosokken in je sorellen, maar dat valt niet op. Dat doet iedereen namelijk. En ja, op een morgen is het zo ver. Het is -5 en je begint aan de dagelijkse bezigheden en je staat versteld als je jezelf hoort zeggen: “poeh, nu is het toch te warm zé”.

Het is winter voor iet hé

Dat het koud is kan je overal lezen, daarom wilden wij er eigenlijk geen postje aan wijden. Maar wat zien we nu? De warmste plaats in ons land is momenteel de kust. De koudste is Spa met -16°.

Iedereen klaagt maar mske vindt de koude niet zo erg. Ze zit hier nog steeds op haar blote voeten in haar sleppers en Slow zit binnen ook nog met een t-shirt terwijl ze ’s nachts nog steeds met het venster open slapen.

Maar in Goetsenhoven bij Tienen werd -13° genoteerd en in Velm -12,6°.

Dat wij zowat ergens tussen beiden in liggen verklaart misschien de -9 die momenteel op onze buitenthermometer staat. Alle verdemmelingen nog aan toe, het water is bevroren! Niet alles, maar het stukske van nog geen meter van de teller naar de keuken. Niet vannacht, niet vanochtend maar nu net want daarnet rond 10u had Slow nog water gepakt.

Vorige maand ergens was Slow nog materiaal gaan kopen en had de leidingen geïsoleerd want dat hadden de heren aannemers vorig jaar niet gedaan. Waar zit het dan? In het stukske dat door de muur loopt? Slow probeert het probleem te verhelpen. Hij sleurt met vuurkes.

Vanmorgen had hij nog een ander historieke opgelost. Bij het testen van onze elektriciteit bleek dat er drie van onze lusters met te oude draad zaten, ah ja, nieuwe installaties zijn gevoeliger en dus mochten die drie lusters niet meer aan en zaten ze hier weer met sokkettekes met een lampeke in, iets waar mske een grondige hekel aan heeft wegens al veel te veel gezien. De juiste draad om die oude van de lusters te vervangen vonden ze echter niet, oftewel te dik oftewel een foute kleur, behalve …  Vorige week bij het isoleren had Slow nog eens het rommeltje bekeken dat hier bij de koop van ’t huis achtergebleven was en was triomfantelijk met het rolleke naar beneden gekomen. De luster in de gang is nu voorzien van moderne draad en doet het weer. Nu nog deze hier boven de pc en de grote in de living, maar of er daar draad genoeg voor is, dat is nog zeer de vraag.

Slo-ow … hoe zit het ondertussen met het water?

Katergevoel

Troosteloos! Grijs en bah! Het weer dan. En over het algemeen laten we hier het weer niet aan ons hart komen maar de thermometer van mskes humeur staat sedert gisteren aan de lage kant. Wat oorzaak is en wat gevolg? Sedert dinsdag neemt mske cortisone voor dat ongeneeslijk geval van een hoest. Is het daardoor dat ze gisteren zo erg baalde over de elektricien zodat ze uit haar krammen schoot en half België een slechte ochtend bezorgde? Of was het door het balen dat haar hoofd zo ellendig aanvoelde?

Daar kwam dan gisteravond nog het afscheid van Amke en Ella bij. Ze vertrekken morgenochtend vroeg op vakantie. Ze heeft wel de nodige afscheidsknuffels van Ella en -kusjes van Amke gekregen.

En nu is het buiten ook nog zo grijs, zo troosteloos dat het er niet naar uitziet dat ze vandaag zullen gaan stappen. Eerst hadden ze de overgordijnen dicht gelaten maar dat geeft dan direct zo het gevoel alsof we mollen zijn. Ik was ook al eens aan het venster gaan kijken maar ben ook snel de kast op gespurt. En er is het geluid van de donder en van het onweerkanon.

“Amaai” denkt mske “als dat van die cortisone komt, ben ik goed af”. Ze moet die namelijk twee weken nemen. De regen zal wel eerder overgaan … denkelijk … hopelijk …

Zelf geklungeld

Mogelijk is het probleem van de boiler opgelost.

Het probleem was dat ze hier dat bad niet volkregen -’t is toch gemakkelijk een kat te zijn zé. Zo ergens halfvol kwam er nog enkel koud water. Toen de installateur geen aanstalten maakte om daar iets aan te doen hebben ze dus maar vorige week naar de fabrikant gemaild met de poespas die er daarna voorgevallen is. En toen vertelde die installateur doodgemoedereerd dat hij die nu op “4” had ingesteld terwijl die in zijn verkeerde verticale positie toch op “+” had gestaan. “Waarom verandert die dat nu?” dacht mske maar hij vertelde verder dat “4” normaal moest volstaan. En neen, het bad liep niet vol.

Slow haalde de thermometer van de muur, je mag al geen binnenthermometer nemen want die kunnen dat niet aan, en stak die onder de waterstraal. Hij gaf 50°, na veel moeite. Slow bestudeerde de boiler, mske het boekske. Daarin stond dat die op 65° moest afgesteld staan. Slow heeft dan een zeer technische actie ondernomen. Hij heeft het rode knoppeke van “4” naar “+” gedraaid. En nu liep het bad vol.

Ze gaan niet te vroeg victorie kraaien, want één vogel maakt de lente nog niet. Maar waarom zou je alleen klungelen, als een stielman het beter kan.

47°

Dat staat er nu op de buitenthermometer. Eerlijk is eerlijk, die thermometer hangt in de blakke zon tegen een witte muur en wijst dus altijd meer aan dan de realiteit, maar toch!

De konijntjes liggen languit naast mekaar tegen de waterput in de schaduw en puffen hun lange oren plat.

mske vindt dat ze geluk hebben met dit oude huis. In de koele kamer, hier nu eenmaal het buro, is het momenteel 25.6°; de deur naar de gang staat open, want die brengt een zuchtje binnen.

Natuurlijk, die deur open laten … in de gang heerst Kulleprul, al heeft die het nu ook te warm. Ik lig meestal op de overloop en net kwam Kulleprul zich wat bij mij zetten en wist te vertellen dat hij geen zin had in streken, maar ondertussen drapeerde hij toch maar wat spinrag rond de matroska, die mske daar nog maar eergisteren gezet had, omdat ik die beneden altijd omstootte.


Foto in 2018 genomen.

Willem Bever

In de school, waar mske ging, bespaarde de directie op verwarmingskosten, natuurlijk niet in de leraarskamer.

Toen het op een dag te gortig werd en iederen begon te grommen, hoorde de directrice dat en stak een preek af over verwende westerlingen en dat ze maar moesten kijken naar de mensen die al die luxe zoals school lopen en zo niet kenden, waarop één van de medeleerlingen de opmerking maakte dat het in die arme landen niet vroor dat het kraakte. De directrice verzwaarde haar artillerie en haalde uit naar verwende nesten die zich niet wisten te gedragen en geen respect hadden voor het gezag.

De volgende dag lag er een thermometer onder de flap van mskes boekentas. Maximum op de ganse dag 16°.

mske zette zich ’s avonds aan de grote tafel, nam een stuk karton en tekende Mijnheer de Uil uit de fabeltjeskrant. Ze schreef daarbij:

Beste Kijkbuiskinderen,
Willem Bever is genezen en zal dus eens naar jullie verwarming komen kijken.
Intussen oogjes open maar snaveltjes toe.
En ga nu maar snel terug naar jullie warme klasjes.

Ze hing dit aan de achterkant van het bord op een vrijdagavond toen ze de orde van de klas had.

De maandag erop hing de tekening op het aanplakbord van de klas, deftig opgehangen met duimspijkers. Toen de klastitularis later de klas binnenkwam zei ze: “Goed initiatief; er zijn dingen waartegen geprotesteerd moet worden en ik hoef niet te weten wie hier achter zit.”

Het ding is blijven hangen tot het einde van het schooljaar. Er was enigzins beterschap, het werd namelijk 18°.

Wil dan al iets goed doen

Het is nog warmer! Volgens de thermometer op mskes bureau is het vandaag de warmste dag, op haar bureau natuurlijk. Vermits die thermometer ingebouwd is in haar klok, staat die altijd op dezelfde plaats en geeft dus een geloofwaardig resultaat. De temperatuur stijgt nog steeds. De koude lucht van het blazerke is al warm voor ze bij haar is en dat blazerke staat binnen armafstand.

Dus heeft ze deze middag haar nieuw plantensproeierke in dienst genomen, niet voor de bloemekes maar voor zichzelf! Toen ze daarnet, uit haar natuurlijk aangeboren vriendelijkheid -héhé- Slow voorstelde om hem ook even verkoeling te geven, weigerde hij dat en zei dat hij nog liever binnen in de koelte ging zitten.

Ondank is wereld’s loon!

Page 2 of 2

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén