mskes grootmoeder zette met kermis altijd een stenen schotel met vlaai op tafel. Klein mske was er verlekkerd op, maar aangezien het maar één keer per jaar kermis was en moe en va meer niet dan wel naar de kermis bij de grootouders gingen, heeft mske eigenlijk heel weinig van die vlaai gegeten.
Toen ze volwassen was en getrouwd was grootmoeder al overleden en ze vroeg moe dan maar naar het recept. Die kende dat niet. Moe bracht dan eens een stuk mee van de markt en jà, dat smaakte net als die van grootmoeder.
Veel opzoekingswerken later heeft mske verscheidene recepten, maar telkens hoorde ze er bij vermelden dat je die naar smaak moet aanpassen. Als ze die allemaal moet uitproberen …
Gisteren dacht ze: “we rijden eens naar Aalst naar de markt” en ze neusde in de spoorgidsen. Dat is verdorie een hele expeditie om van hier naar Aalst te sporen, zodat mske het maar snel terzijde schoof, want uiteindelijk heeft ze dan maar één keer een stuk zalige vlaai.
Ze zal zich toch maar eens aan het proefondervinderlijk zelf maken gaan wagen.
Wat denkte daarvan?