Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Verlicht Verleden

Sedert we lid zijn bij Herita krijgen we zo af en toe wel eens uitnodiging voor een interessante tentoonstelling of ander evenement in onze mailbox. Zo hadden we al eens het Burpindale Palace in het Paleis op de Meir, het Kasteel van Laarne al twee keer, de Hofkamer, ….

Dit keer ging er een avondwandeling door bij de Abdij van Herkenrode. We boekten tickets en reserveerden een tijdsslot.

We volgden een lichtjespad tussen en door gebouwen, kregen een warme soep en een kippenspies.

En we wisten al dat het “Doorkijkkerkje van Borgloon” een monumentale grote broer zou krijgen. Het verdwenen historische hart van de abdij zou opnieuw herrijzen als hedendaags kunstwerk.

Wat ik eigenlijk wel jammer vind is het feit dat daarvoor een ander kunstwerk “A Quiet View” van Hans Op de Beeck, dat er nu staat, moet verdwijnen3. Dat staat namelijk op de plaats waar de oorspronkelijke abdijkerk van de Abdij zich bevond. Echt jammer dat dat niet geïntegreerd kan worden in het nieuwe project.

Wat ik ook nog jammer vond? Op sommige plaatsen waren er voordrachten. Die heb ik gelaten voor wat ze waren. Iemand horen iets vertellen maar niemand zien … Een ideetje? Misschien kunnen ze die voordrachten ook even afprinten voor de minder goed horenden.

(Lees verder onder de fotos)

We kregen ook een flyertje, dat handelde over een stemming voor de Erfgoedchallenge. En het betrof de overgebleven sfinx aan het kasteel van Heers. We hebben die sfinx maar een oppeppertje bezorgd. Alle andere kandidaten -als men zaken ook kandidaat kan noemen- zien er al zo gesoigneerd uit en die arme sfinx heeft zijn gezel al verloren aan de tijd.

(Lees verder onder de foto)

We waren al eens op wandel rond de Abdij van Herkenrode maar ook bij avond is de abdijsite een bezoekje waard.

pske van mske:
____________________
1 Herita
2 Doorkijkkerkje en Grote Broer
3 Quiet View – Hans Op de Beeck

Erich Heckel in Vlaanderen

Waarschijnlijk herinnert niemand het zich nog, maar zo een jaar geleden stonden wij een heel jaar te vroeg op een tijdelijke tentoonstelling van Duits expressionist Erich Heckel in het MSK in Gent1. Zodoende stond het al een jaar op de agenda op dezelfde dag dat we een avond in het Kuipke hadden geboekt. Dat het wat anders uitviel, vertelde ik gisteren al.

Erich Heckel? Wat konden we verwachten. Af en toe vroeg ik me dat af. Af en toe vreesde ik dat het misschien zou tegenvallen.

Maar net zoals altijd is er altijd iets dat minder bevalt en andere werken waar je met verstomming voor kan staan en blijven staan omdat ze je zo aanspreken.

Daar komt bij dat Erich Heckel tijdens de oorlogsjaren in ons land vertoefde en hier ook schilderde en schetste. Vooral Oostende en Roeselare komen vaak aan bod.

En zoals telkens weer heb ik achteraf het gevoel dat ik één of ander nog eens wil bekijken.

Luc daarentegen wou wel iets anders herbekijken. Hij zag het schilderij “Roquairol”, las dat het een weerslag had op de hoezen van Iggy Pop en David Bowie en grapte: “Verdorie, ik had mijn platen duurder moeten verkopen”.

____________________
1 Erich Heckel in Vlaanderen
2 Het Nieuwsblad

Lotto Zesdaagse van Gent

Logisch gezien stond deze tweedaagse ook op de agenda als één dag, net zoals we het vorig jaar deden: eerst naar het museum, daarna naar de Lotto Zesdaagse in ’t Kuipke.

Maar toen kwam er het bericht van een boekenverkoop voor het goede doel de dag nadien, waar we toch telkens naartoe willen en die was daar wat in de buurt, nu niet direct in Gent, maar toch dichtbij genoeg om het onnozel te vinden om heen en weer te rijden.

Dus gooiden we de planning om, waardoor we eerst de Zesdaagse zouden doen, overnachten en dan de volgende dag het museum en later de boekenverkoop.

Plots spraken ze in de media over samenkomsten van taxichauffeurs en raadden ze aan om het openbaar vervoer te nemen en dat zat er voor ons niet in. We zouden vroeger vertrekken, hadden geen last van taxichauffeurs en stonden veel te vroeg aan de andere kant van Brussel. We hebben dan maar een Kringwinkel of twee vooraf gedaan, zijn ingecheckt in het hotel en reden door naar het centrum.

Eigenlijk begon het lekker. Ik had al lang zin in zo’n broodje met braadworst. Wat ik minder prettig vond is dat we zo’n soort festivalkaart dienden te gebruiken, waar je dus nooit het exacte bedrag kan op zetten. Maar die braadworst heeft me gesmaakt en ik probeerde nog een alcoholvrij bier dat ik niet kende: “Flandrien Super 800”. Een beetje een speciaal smaakske maar ook best lekker.

Ik dacht: “Het kan hier niet meer stuk”. Dat kon het wel, alhoewel “stuk” een groot woord is.

We zaten namelijk op dezelfde plaats als vorig jaar en dat was toen perfect verlopen. Nu? Die rij mannen die naast ons was komen zitten, waren al vóór de pauze vertrokken. Daardoor besloten de drie, voor ons zittende, rijen dat onze rij de ideale doorgang was om zich naar sanitaire voorzieningen en/of standjes te begeven.

Tijdens de pauze is daar, naar mijn gevoel, zeker de helft van de aanwezigen gepasseerd terwijl ik mijn knieën in mijn nek moest leggen, het is er nogal smal. Er was ook die vent die mijn schouder dan maar als steun ging gebruiken.

Op zeker ogenblik weigerde mijn artrosige heup zich nog te plooien. Ik vroeg of ze even wilden wachten zodat ik uit de weg kon gaan. Dat wilden ze niet.

En dan moesten die nog allemaal terug ook. Daarvoor was ik naast Lucs zitje -dat was het laatste van de rij- gaan staan. En toch, toch was er nog ene die met zijn twee handen mijn lenden vastgreep in het voorbij schuifelen. Die heeft het geweten, al heb ik geen woord gezegd. Ik heb zijn twee handen vastgepakt en weggeduwd. Hij heeft mij scheef bekeken, al was dat bijlange zo scheef nog niet als ik hem.

Na de pauze is het niet rustig meer geworden. Het werd een heen en weer van jewelste. Ik kon me echt niet meer concentreren op de wedstrijd zelf want bij de kleinste onderbreking ben je niet meer mee. Je moet het echt wel volgen.

Luc zei: “Als we volgend jaar komen zou ik voor zondag kiezen”. Ik antwoordde: “Als we volgend jaar nog komen”.

Terug in de parking konden we niet weg. Zo goed als de volledige verdieping van de parkeergarage stond vast in een file omdat er ene -de slimste thuis waarschijnlijk- niet betaald had aan de automaat en dacht dat hij dat even aan de bareel kon doen. Het was toen bijna twee uur ’s nachts.

Aan het hotel weigerde de scanner van de bareel en nam Luc maar een nieuw ticket, dat zouden we wel regelen aan de receptie.

Maar wat erger was, de parkeergarage stond afgeladen vol en wij hadden die parking al betaald. Ik liet Luc en auto achter, sprong in de lift, greep de brave manspersoon aan die receptie bij de lurven en die kon echt niet geloven dat die parking vol stond.

Wij liften naar beneden, hij liep de parking rond. Er was geen plaats. Maar wat bleek? Er was nog een stuk garage waar geen kat, laat staan een auto, aanwezig was. Compleet leeg was die.

De uitleg was simpel … als je het weet en als je de garage kent dan toch. Want als je op -1 beneden komt wijst de pijl naar rechts, links loopt het -ogenschijnlijk- dood. Dan ga je naar -2 en nergens is nog een plekje vrij.

De gag -achteraf gezien is dat wel een gag ja- zit hem in die groene pijl, waar de pijl die naar links wijst, niet functioneerde. En dat in het donker. Dus elke parkeerder was daar braaf naar rechts gedraaid. Wij dus ook.

Daar heb ik ’s morgens, met het licht aan, maar even een foto van genomen.

(Lees verder onder de foto)

Dù-ùs conclusie? Het was echt wel heel plezant daar niet van, maar de minpunten wogen en wegen te zwaar in de overweging om volgend jaar terug te gaan. Zelfs Luc houdt rekening met een uitgesproken “neen” als hij zegt: “Als we volgend jaar terug gaan …”

Het probleem is niet dat ik uitgesproken “neen” zeg of zal zeggen. Helemaal niet. Ik zou staan springen om te gaan als hij daar ergens een zitje vindt waar niet de halve velodroom over mijn knieën moet.

Een tweedaagse van drie dagen

Al iemand genoeg van kerst- en Glühweinlogs? Anders ik wel. Die logs waren ingepland … op voorhand natuurlijk. We waren namelijk op tweedaagse ergens en moesten gisteren wat uitslapen, wat foto’s van mijn fototoestel afhalen, wat luiwammesen en ’s avonds hadden we alweer wat anders op de planning staan.

Die tweedaagse en de uitstap van gisteravond komen later wel aan bod, in een paar logs. Het was top, geweldig en fantastisch, maar wel een klein beetje verpest door een paar -zij het kleine- tegenvallende gebeurtenissen.

Om één ervan zal ik later kunnen lachen, het andere maakt dat ik twijfel of ik het evenement opnieuw wil bezoeken, nog een ander laat me aan mijn geestelijke vermogens twijfelen en algemeen genomen moeten ze niet staan zwaaien en dreigen met een tweedaagse aan stakers op de Brusselse Ring als wij daar over moeten maar waar we uiteindelijk niet mee te maken kregen.

Waarom ik het er vandaag nog niet over heb? Gewoon simpel, ik had gisteren echt geen zin om foto’s te sorteren.

Uitgelichte afbeelding:

    Gegenereerd met AI – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).



Vintersaga

In het begin van de voorbije week gingen we naar Ikea en zagen de aankondiging dat we in de serre van de markthal alcoholvrije Glühwein konden proeven. Dat wilden we ook wel eens proberen.

We zagen wel de standjes met Vintersaga, maar de kans tot proeven vonden we niet. Luc wou het wel even vragen maar ach, het hoefde niet echt.

Vorige vrijdag reden we door Hasselt en Luc stelde voor om bij Ikea een tas koffie te gaan drinken met een stuk daimtaart erbij. De aankondiging hing er nog.

En deze keer vroeg Luc het wel. Dat was enkel tijdens de vakantie geweest maar men verwees ons naar de Zweedse shop, waar ze een beetje sip keken. Blijkbaar waren wij de eersten niet.

Maar ach, ik besloot dat we best een fles mee naar huis konden nemen en thuis proeven en het mag gezegd, ze waren wel erg hulpvaardig bij het kiezen van de fles.

(Lees verder onder de foto)

Al drinken we nu wel alcoholvrij bier, de alcoholvrije wijnen kunnen ons niet bekoren. Dus waren we wel erg benieuwd.



Wat mij betreft is het drinkbaar, maar Glühwein vind ik het niet.

En kopen? Dat weet ik nog niet. We hebben er wel goed van geslapen, maar na het weekend moesten we ook nog slaap inhalen natuurlijk.

De kerstboom staat al meer dan een week

Ergens rond Halloween vroeg ik me af …

Hoe zat het nu juist? Vorig jaar, toen we de kerstboom gingen weghalen? Ons boomke was hier gekomen als een tweedehandsje van een rommelmarkt en had nog 15 jaren goeie dienst gedaan. Maar het ging niet goed meer, we konden niet meer verstoppen dat zijn takken aan de achterkant wat schraal leken. We zouden hem wegdoen.

Maar hadden we dat nu gedaan, of zouden we dat nog doen? We hadden hem weggebracht, wist Luc.

Op Halloween kwam het besef: we hadden geen kerstboom meer, al hadden we toen wel gedacht dat we in de nasleep wel ergens een ander tweedehandsexemplaar op de kop zouden kunnen tikken. Maar dat hadden we niet gedaan. En nu hadden we nog geen kerstboom



Onze kerstboom staat hier nu een dikke week, een beetje in de weg in de eetplaats. Volgende maand pas, op 7 december zoals gangbaar is, gaan we de rest van het kerstgerief van de zolder halen en hem aankleden.

Een soort van kerstgevoel?

Voor de deur van “den Aldi” zat een man met een kartonnen bekertje voor zich, een hond naast zich en een verschillende soorten voedsel, voor hem en voor de hond, nog in de verpakking, rond hen.

Ik zei goeiedag en liep binnen. Het wrong.

Oh ja, ik ken de excuses dat je beter wat bruikbaars geeft dan geld, dat ze het toch allemaal opdrinken en weet ik veel wat. Maar het wrong.

En het wegen en afwegen begon. Er lag al zoveel en het hondje had geen honger, dat bleek uit de brokken die hem onaangeroerd voorgeschoteld waren.

Afwegen dus, weegschaal zijnde: of doen of je neus bloedt en doorlopen of overeenkomstig met je geweten wel geven en denken dat je betoept bent.

Wat zou jij doen?

Gelukkig heeft een vraag van Luc de doorslag gegeven.



En we reden ineens door naar Sint-Truiden, want de automaat van de bank deed het niet en het Kruidvat had niet wat ik zocht; gelukkig had onze Lidl het gewenste wel anders moesten we ook nog die van Sint-Truiden aandoen en daar ben ik geen fan van. Dan liever die van Hannut.

“Lopen we eens bij de Action binnen?” vroeg Luc en daar ben ik ook geen fan van maar hij wel een klein beetje.

Maar eens binnen … Een hele Action vol met kerstspullen. Een echt kerstkraam op groot formaat. En volk, veel volk. Eerst vond ik het maar niks, maar een beetje verder van de ingang en de kassa’s verwijderd ging het beter.

Ik laat me niet snel verleiden maar die ene soort mokken … oooh. Niks te zoetsappig, niks kerstkerel, maar gewoon een tafereel waarbij ik de kaneel kon ruiken. En ja, ik dacht: “Goed voor de Glühwein”.

Ik heb nooit zoiets als een kerstgevoel gekend, maar toen ik bij die Action buiten liep met een paar prullen voor in de kerstboom en die vier mokken, dacht ik toch van wel, het voelde goed.

“Hoe oud zijn wij eigenlijk?” vroeg ik aan Luc, maar eigenlijk vielen onze aankopen nogal mager uit tegen de overvolle winkelkarren die er buiten reden.

En ik dacht aan de Kringwinkels waar de kerstspullen op een hoop bij elkaar zijn gezet voor hun kerstbeurs op 16 november en waar je dus tot volgende zaterdag niks van kan kopen en ik dacht dat Action daar groot profijt mee deed.

Catastroficus (M/V) en (mv)

Luc kwam met de vuurvaste glazen kom de eetplaats in en die gleed uit zijn gehandschoende handen, kletterde op de grond en versplinterde in vele stukken. Het spijtige aan de zaak was dat de bonen, voor het middageten, er ook nog in hadden gezeten.

“Net zoals die keer met de spinazie” sakkerde hij, maar dat is lang geleden.

En ja, we aten dan maar zonder groenten. “Die arme bonen” dacht ik.

Een dag later, loop ik met het lege glas naar de eetplaats en wil het op de eettafel zetten en blijf met mijn duim in mijn haar hangen. En met veel gekletter slaat dat glas tegen de grond en steekt Luc zijn hoofd tussen de deur van de keuken. “Het kleine Ikea glas” zeg ik.

Ondertussen is de vuurvaste kom vervangen door drie andere exemplaren, want ja, Luc wil op zeker spelen.

Het drinkglas echter niet. Wat doen een mens nu met één glas van een reeks? Er uit drinken natuurlijk, maar het hoeft echt niet vervangen te worden.

Het vliegmasjien

De boekenmarkt van zondag was druk, de boekenmarkt van zondag was luid, de boekenmarkt van zondag leek irreëel. Achteraf dacht ik: “Wat is hier gebeurd?”

Van bij aanvang stonden er overal gegadigden. Van bij aanvang was er een geroezemoes dat de hele dag aanhield.



Zondagavond lag ik in bed en ik hoorde … “Vliegt hier nu een vliegtuig over?” vroeg ik Luc. “Neen” schrok hij. Die was verdorie al in dromenland.

Ik wist dat het geen vliegtuig kon zijn, zo met mijn dekbed op mijn oor en mijn hoorapparaten in hun oplader.

Ik spring uit een vliegmasjien
Alleen maar om jou te zien”
[Eddy Wally]

zong Tinnitus.

“Das lang geleden” dacht ik. En sliep in.

Ondanks ik dat midden in de nacht nog hoorde en bij ’t ochtendgloren ook nog was ik blij. Echt wel.

Ik was zo blij dat het zo uitzonderlijk was dat ik Tinnitus nog hoorde dat ik er een maandelijkse boekenmarkt zoals die van zondag voor over heb.

Uitgelichte afbeelding:

Het compliment bij Ikea

We komen samen aan de kassa van het Ikea restaurant, ik zoek de klantenkaart op mijn telefoon als Luc me aanstoot en vertelt dat één van de dames van de kassa had gezegd:

Uw vrouw heeft een mooi hoedje op.

Ik kijk op en zie beide dames hun duim opsteken. Mijn groene baret wordt effenaf rood van plezier en ik voel me deze keer echt wel blij met het compliment. Meestal vind ik het onwennig.

Niets om over naar huis te schrijven. Toch? Maar ik vond het wel een prettige anekdote.

Hopelijk staat mijn groene baret mij beter dan Jim.


Page 1 of 1184

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén