Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

27 april (Page 1 of 3)

Drollige dinsdag

Luc is een vroege vogel die ik wel nog hoor. De kwinkelierders daarbuiten jammer genoeg niet meer.

Afin, tot daar aan toe. Maar Luc en ik zijn ooit lang geleden eens overeengekomen dat hij niet vóór 7 uur opstaat. Daar is soms een uitzondering op. Zoals wanneer we samen weg gaan. En éénmaal per jaar, zoals gisteren, voor de autokeuring.

Luc wil niet op afspraak gaan. Zijn argumenten zijn een beetje raar, maar soit, ieder zijn mening. Zijn oplossing is gewoon dat hij daar lang genoeg voor aanvang voor de poort gaat staan. En dan wil hij om 6u vertrekken. Daarom ook moest die auto op maandag absoluut naar de carwash.

Dan staat hij op om half zes en maakt zich klaar. Om iets voor zessen spring ik zo uit mijn bed gewoon in mijn training, steek mijn oren in en veeg er voor één keer mijn voeten aan om met een badjas over de straat te lopen omdat die auto achterwaarts de hof af moet.

Eens hij vertrokken is spring ik gewoon uit die training, met hoorapparaat en al, weer mijn bed in en vraag me af … ik hoor vogelkes. Allee, juister gezegd, ik hoor één vogelke -waarschijnlijk de grote Tsjip- zijn ochtendrepertoire afdraaien, waarbij ik terug in slaap geraak en wakker word op mijn gewone tijd.

Tegen dat ik, gewassen en deftig aangekleed, beneden mijn sneakers sta aan te trekken, loopt Luc de woonplaats in -de auto is er door- en kunnen we aanschuiven aan het ontbijt.

En ineens is het weer een gewone ochtend.

Knopen doorgehakt

Niet enkel om die pauzes maar ook omdat het hele gebeuren zo nieuw voor ons was, waren we later buiten dan voorzien.

We hebben het geplande bezoek aan het Centrum Ronde van Vlaanderen naar een latere datum verschoven en daardoor heb ik op de terugreis mijn peinzer aan het draaien gezet en een paar knopen doorgehakt voor die in overdrijf ging.

Het was al wel eerder wat aan het roeren geweest hierboven onder mijn hersenpan en ik vermelde het al een beetje als volgt:

We hebben het anders opgelost. We hebben de reis geannuleerd. Het zat er aan te komen. Met de huidige onzekere situatie en de prijs van de naft vind ik 700km rijden niet te verantwoorden. We zoeken het wel dichter bij huis.

De reis waarover sprake was die van de meivakantie, die we al twee coronajaren voor ons uit hebben geschoven en waarvan ik met zekerheid weet dat ik al vertelde dat we daar ter plaatse een FFP2 moesten hebben om in het kasteel binnen te geraken.

Soit! Voorlopig hebben we dus geen FFP2 meer nodig.

Wat we wél gaan doen is wél in eigen land op vakantie gaan, maar geen hele week. Dat dat te lang is ondervonden we in Ursel in september 2020.

We gaan spreiden. Een paar dagen in mei, een paar dagen in juni, een paar dagen in …

De septembervakantie staat nog gepland, maar die is net over de grens.

We gaan ons laten leiden door onze museumpas en mooie wandelingen in de buurt.

Of het ooit nog anders wordt …

Voor alles een eerste keer

Dat zeggen ze toch altijd zo. Voor sommige eerste keren bedank ik.

Maar gisteravond, tien voor zeven, zei Luc: “Een livestream van Stampen en Dagen om 7u. Moet ik de url doorsturen?”

Terwijl hij dat deed, repte ik me naar de badkamer. Een mens moet toch deftig voorzien zijn voor een avondje uit.

Staan dansen met een koptelefoon aan de draad is dan geen sinecure, maar je kan wel wiebelen en waggelen.

Foto: schermafbeelding. Met dank aan Lokaal Bestuur Haaltert en aan Stampen en Dagen.

Hoorapparaat praat met mondmasker

Wees gerust, ik ga dat geen twee keren zeggen
Er zijn er anderen1+2 om het uit te leggen
Want neen, ik hoor niet goed, maar ge moet niet roepen
Nadruk op medeklinkers – articuleren
Kan inderdaad de meeste wrevel bezweren

Tijdens het praten moet ge dan ook niet snoepen
En ik heb bij deze zeker geen geheimen
Dit laatste is enkel omdat het zou rijmen

[© ms – 24 april 2020]

1 VRT NWS – url: VRT NWS
2 Het Nieuwsblad

Zoeken op de juiste wijze

Zo van tijd tot tijd wil ik wel eens mijn kop breken over een raadsel of een puzzel, zij het dan niet die waar je de stukjes letterlijk in elkaar dient te passen.

Waar ik niet zo van hou zijn van die raadsels met doodlopende straatjes, zoals dat waar ik laatst mee bezig was.

De dag dat onze gps kuren begon te verkopen wou ik de kaart van België erbij pakken. Die zat in het vak achter de bestuurderszetel. Beter gezegd, daar had die moeten zitten.

Nu was die landkaart op zich niet echt het probleem -we hebben elk nog een gsm ook- maar wél de topografische atlas die daar bij zat. We hebben er zo twee: een grote van 1:50 000 en een kleinere van 1:100 000. De grote staat op de boekenplank, de kleine had in de auto moeten zitten.

Meestal maakt Luc de auto leeg als die naar een onderhoud moet, maar dan wordt alles wel netjes teruggeplaatst.

Ik overdacht de situatie grondig, bekeek de boekenplank, ging overal kijken, overdacht nog grondiger, bekeek de boekenplank beter, ging op onlogische plaatsen kijken, overdacht mijn overdenkingen, stapte naar de boekenplank, bekeek boek per boek en vond hem.

Het probleem? Heel simpel. De oplossing ligt zo voor de hand. Ziedet?

Ik zocht een boek met een groene rug.

Doornen zonder rozen

Soms kan je bij het wandelen wel eens genoodzaakt zijn om het pad te verlaten. Het moet gezegd, dat doen we enkel bij hoge nood en dat is niet altijd gemakkelijk.

En dezen die denken dat je dat toch niet mag, mogen voor mijn part wel op het pad, maar ik verkies achter een boom of in de struikskes.

En dan kom je in de doornen terecht. Mijn benen waren nogal geschalotterd. Ik wreef het bloed weg met wat moederkeszalf op mijn zakdoek, toen Luc zei dat ik op mijn linkerbeen ook nog een scheir had.

’s Avonds kon ik aan de slag met ontsmetting. En dewelke pikte en bleef pikken? Die linkse natuurlijk en uiteindelijk ging die ook nog gaan ontsteken.

Ik vraag me af of een plastuit … Neen, toch maar niet!

Vrijheid is blijheid

We liepen daar in Diksmuide met ons beidjes te wandelen toen we op verre afstand reeds de fietsen zagen staan. Eén ervan stond tegen een oorlogsmonument gestald, waarvan wij vonden dat het toch maar getuigde van weinig respect. Hoe dichter we kwamen hoe meer we ons afvroegen wie daar toch zo lang toch in een ruïne kon vertoeven.

Ze zaten daar en ze dronken. Ze waren geen pubers meer, maar volwassen? Dat is nog zeer de vraag.

Luc en ik gaan geen ommetje maken. Als wij die ruïne willen bekijken, dan zullen wij die ruïne bekijken. Nu was het mij al opgevallen dat telkens die ene iets zei de anderen steelse blikken op ons wierpen en in een luid lachen uitbarsten. De eerste keer negeerde ik. De tweede keer ook.

De derde … oeh … mijn steeds op de loer liggende automatische piloot schoot in actie. Ik keek hen recht aan en zei: “ik weet wel dat jullie ons uitlachen. Ik zie dat wel. Ik ben niet achterlijk.”

Het viel me mee dat die ene zich een beetje leek te schamen.

Ik gooide er nog een: “dement misschien wel al een beetje, maar zeker niet achterlijk” achterna.

Ze waren ineens erg stil en we vervolgden onze weg en ik voelde me goed.

Ik weet het, misschien zie ik er belachelijk uit met mijn mannenshort en mijn korte dikke beentjes in mijn stoere schoenen er onder. Maar dat is nu precies vrijheid: ik kies voor mijn gemak, ook bij het wandelen en die mannenshorts zitten comfortabel. Bovendien zijn ze een tikje te groot na een paar kilo’s minder. Ik moet ze dan ook strikken in de lenden.

Het zijn niet alleen jonkies die dat ridicuul vinden. Ooit was er een koppel van onze leeftijd waarvan de vrouw ook en passant een opmerking maakte. Het was koud en het regende. Ik loop liever met met blote benen door de regen dan dan met een lange broek. Benen kan je namelijk afdrogen.

Soms is mijn automatische piloot een handig stukje gereedschap, want had het aan mijn opvoeding gelegen, ik zou niets gezegd hebben en daarna had het binnenin blijven vreten dat ik me maar waar voor schut had laten zetten.

Door de ruit, door de regen

Wat doet een mens op een regendag zoals gisteren? Nu ja, wat doet een mens? Het is niet dat ik de hele dag door de ruit zat te turen met de camera in aanslag.

Maar net toen we wilden gaan eten, ging de koolmees ook eten. En terwijl wij naar ROB keken, keek de houtduif naar mij.

De andere, de zwartkop, dateert al van zondag, dus zonder regen.

En tot welke conclusie zijn we nu gekomen? Om vogeltjes te fotograferen -lees: mooi te fotograferen- heb je een -nog- sterkere lens nodig. Maar zo een lens, die is wel te duur om eens een vogeltje dat in de klimop zit op de foto te zetten.

Nu weten we wel dat er al jaar en dag merels huizen in de klimop achter het huis, dat de duif hier sedert vorig jaar ook in de klimop nestelt en dat er vogelhuisjes hangen voor mussen en mezen. Deze laatsten echter vertikken het om in de huisjes in te trekken. Ze komen wel besjes plukken en aan de vetbollen pikken maar huisvesten … oh nee! En voor de zwaluwen zijn we ook weer te laat.

Net toen ik de foto’s zat over te zetten van de camera naar de pc zei Luc: “daar is nog een andere, met iets meer geel”. Ik heb hem niet gezien, laat staan gefotografeerd.

Wat ik nu ook nog weet? Ik moet dringend mijn ruiten kuisen.

Na 2011

Toen ik in 2011 ineens in staat bleek een groot deel van de kilo’s, die er door de hormonen waren bijgekomen, weer te verliezen, hield ik Baskuul een tijdje nauwlettend in de gaten. Maar het was niet nodig. Alles ging weer zoals het ooit ging. Ik kon eten wat ik wou -pas op, ik ben maar een klein etertje- er kwam niets bij.

Ik vond mezelf er goed uit zien, al waren er die mij te mager vonden en al vond het BMI dat er nog af moest. Daar zat ik niet mee. Ik herinner me nog de dokter die me ooit, toen ik als kind 36kg woog, zei dat dat te wijten moest zijn aan een zwaar beendergestel aangezien ik nogal smal was. In die tijd liet ik me met gewicht en dergelijke nog niet in.

En net toen ik me zo goed voelde en vond dat ik er goed uitzag ging ik witte bloedcellen geven. Ik wil het daar niet meer over hebben, het is beschreven geweest, maar om dat te doen moesten ze eerst weer vuiligheid inspuiten. Ergens heb ik beschreven dat ik er sjagrijnig van werd. Dat wel. Maar aan wat het met mijn gewicht zou kunnen doen, dacht ik niet.

En het lijkt wel of die vuiligheid of hormonen of wat dan ook eerst moeten uitgewerkt zijn eer je er wat kan tegen beginnen. Nu dus!

Al geeft het BMI weer een gewicht op waarvan ik denk dat ik er dan zal uitzien als een plank met wieëren.

Donor zijn

Mooie geste, inderdaad, maar ze laten het zo uitschijnen alsof daarmee die mensen effectief gered zijn. En als dat dan niet zo is, wie blijft er dan zitten met een gevoel van falen? Of met boosheid?

Boosheid inderdaad, want terwijl mske gaf, waren er diegenen die haar zegden hoe dom ze was. Het leven ging door, ze kon niet blijven stilstaan bij iemand die toch ging doodgaan. Als die iemand dan inderdaad sterft, geeft dat die schampere zielen gewoon gelijk. Wat overblijft, zijn de lichamelijke ongemakken die je zelf overhoudt.

En als je niet naar de begrafenis kan, krijg je zelfs nog geen herdenkingsprentje. Nu niet dat dàt van levensbelang is.

Page 1 of 3

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén