Er was een schuine plank in de speeltuin. Zo een met een touw waarop je het touw moest grijpen en naar boven (trachten te) lopen. Ella ging dat maar eens doen.
De helling was nogal steil en Ella’s klimpartij was hilarisch. Ze viel om, stond recht, zwalpte, ging scheef hangen maar hield dat touw vast en ging manmoedig verder. Slow zat met de tranen in zijn ogen van het lachen en zei, wat hij in zulke gevallen altijd zegt: “ik wil een camera”.
Ella is boven geraakt. Ze ging van de schuifaf en ging opnieuw. Na haar kwamen een bende pubers die het karweitje waarschijnlijk sneller konden afwerken, maar Ella gaf geen krimp. Ze konden wachten tot zij boven was. Eén ongeduldigaard nam dan maar het laddertje terwijl de anderen in de wachtrij stonden. Ondertussen neuriede Slow het deuntje van Comedy Capers.
liliwens
Effe bij gelezen
van Bokrijk krijg ik ook niet genoeg, ik ben de tel kwijt hoe dikwijls ik er al geweest ben , de eerste keer met een schoolreis. Het was dan nog niet zo uitgebreid, het huisje uitgehold in de grond, en het schooltje die waren er al. Het blijft er aangenaam vertoeven ook al is er veel volk er loopt niemand in je weg