Na het vertellen wordt er in ’t lang en in ’t breed groot overleg gepleegd. Dan beslissen ze welk sprookje er volgende keer aan de beurt moet zijn. Criteria? De voorzijde van het groot sprookjesboek, waar aan de hand van de afbeeldingen volgende vragen worden gesteld:

  • Komt er een wolf in voor?
    • Zo ja, afvoeren.
    • Zo neen, ter overweging nemen.
  • Komt er een heks in voor?
    • Zo ja, afvoeren.
    • Zo neen, ter overweging nemen.

Ella, die volgens mske wel degelijk over heksen zou willen horen, zegt dan altijd dat er een blije heks in het groot sprookjesboek huist, al heeft mske die blije heks ook nog niet tegen gekomen.

Na Repelsteeltje vorige zondag bleven er dan Klein Duimpke en Belle en het Beest over. Belle en het Beest staat niet in het sprookjesboek en hoe ze er uiteindelijk op gekomen zijn, weet mske ook niet goed meer. Belle en het Beest werd uiteindelijk de grote keuze.

En dat ging mske even opzoeken, want wie schreef het, hoe gaat het juist, want indertijd bestond de film nog niet en mske kent het verhaal van een toneelstuk ten tijde van Nonkel Bob.

We vonden dat het oorspronkelijk in 1740 geschreven werd door Madame Gabrielle Suzanne Barbot de Villeneuve (1695-1755), maar het werd herbewerkt en ingekort door Madame Jeanne-Marie Le Prince de Beaumont (1711-1780), die in 1748 naar Londen vertrok om daar als Franse gouvernante te werken.

Het oorspronkelijk verhaal telde 300 bladzijden. Dat is wat lang om te vertellen. De versie die mske vond telt toch ook nog elf afgedrukte A4. Dus heeft mske het ook nog maar eens ingekort zodat het vertelbaar wordt als verhaalke voor het slapen gaan.

En dan bleven nog de prentjes over. Prachtige oude tekeningen van schonen en beesten, maar mske vond dat het logisch moest blijven en heeft prentjes bekeken en geselecteerd. Er waren er enkele bij waarmee ze zich kon verzoenen en uiteindelijk heeft ze dan maar datgene gekozen waarvan ze dacht dat het het beste bij onze achtergrond zou passen.