Sedert ik er voor de eerste keer mee te maken kreeg, hoorde ik mijn moeder die bloem een kerstroos genoemd. Dat heb ik dus ook altijd gedaan. Als ik kerstroos zei, wist iedereen wat ik bedoelde.
Nu blijkt dat ineens niet juist te zijn, want enkele taalpuristen hebben besloten dat het Vlaamse kerstroos fout is, dat de bloem in kwestie een kerstster is.
Dan denk ik: “mensen lief toch! Als iedereen weet wat ik bedoel, waar zit dan het probleem?” Ik heb er dus geen probleem mee, deze bloem een kerstroos te noemen. Voilà! Ik heb eerder een probleem met kerstster. Een kerstster dat is de ster die de drie koningen voorafging. Nog eens voilà!
Nu om alle zaken eenvoudig en simpel te houden, noch de Helleborus Niger, noch de Euphorbia Pulcherrima, alias Poinsettia, vinden gratie in mijn ogen. Ik wil geen levende planten in huis. Geen enkele. Ik heb geen groene vingers en planten gaan altijd kapot. Of ze staan te droog of ze zijn verzopen. Bovendien is er ook nog een plantenvernielende kat in huis en is minstens één van beide planten zo giftig als wat.
Mocht ik nu een schrijven moeten richten aan één of andere openbare instantie aangaande bovenstaand feit, zou ik wel de juiste benaming gebruiken, maar dan wel in het latijn. Dat staat namelijk geleerder.