Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

31 maart (Page 2 of 4)

Uitgerust

Ik sliep zalig in het laatste hotel. ’s Morgens stond ik uitgerust op, een hele verademing na al die maanden dat ik vermoeider uit bed leek te komen dan wanneer ik er in ging.

Kwiek en monter en vief. Ik voelde me herboren. Even dacht ik dat het weer voorbij zou zijn na de uurverandering. Maar dat was niet zo. Gisteren hupte ik even kwiek en monter en vief het bed uit nog voor de wekker afliep.

En die nacht van zondag op maandag had ik thuis in ons eigen bed geslapen. Dat was namelijk waar ik de oorzaak van dat lamlendige zocht. Onze matras is aan vervanging toe, daarom. Niet dus.

We zaten in de auto, reden naar onze afspraak en ik vertelde Luc over dat kwiek, monter en vief. En ineens viel hij! Mijn nikkel!

Luc en ik zegden gelijkertijd: “die tand!

Ik kan nu wel mopperen over de tijd dat dat ding miserie verkocht, maar ik ben te goed gezind daarvoor. Ik ben enkel blij dat het eindelijk is opgelost.

En die matras? Die komt er ook nog.

Zoektocht in het zwembad

Ella plonsde het bad in en haar nieuwe zwembril schoof omhoog. Die moest nog wat aangepast worden. Ze zwom naar het ondiep en haalde met een zwiep haar zwembril van haar gezicht.

Ze keek geschrokken. “Ai! Mijn oorbel” zei ze. Ze hadden ineens een déjà vu. Amke had dat ook eens gehad en toen hadden ze het ding zien liggen en aan vriendelijke man gevraagd om het even op te duiken. Want al kunnen ze hier goed zwemmen, duiken komt er niet aan te pas.

Gelukkig lag ze nu in het ondiep en slaagde Ella er na een paar pogingen toch zelf in om het minuscule dingetje op te halen. Oef zeg! De zwembeurt was gered.

Ze haastten zich naar het diep. Ella plonsde het bad in en Amke riep uit: “Ella! Je badmuts”. Tja, hier in Landen is dat ook nog altijd verplicht. Ella greep en greep maar kreeg de badmuts niet vast. Ah neen, die zat vast onder dat riempke van die zwembril. Nu ja, het was een beetje hilarisch maar meer ook niet.

Luc plonsde het bad in, kwam boven en zei: “mijn zwembril!” mske zocht de bodem af. En ja, daar lag hij te liggen, zo mooi daar beneden op de bodem. Ze heeft dan maar aan een paar jongelui die daar aan het duiken waren gevraagd om die zwembril op te halen. Die deden dat natuurlijk direct.

“Wie gaat nu zijn zwempak verliezen?” vroeg Luc.

Sloef, Slow en ms wensen jullie allemaal een …

Zalig pasen!

Een kwestie van lucht?

Hij is ergens tussen jongen en man in en hij is niet al te groot, eerder klein. Is het daarom dat hij met zijn neus in de lucht loopt? Wie zal het zeggen.

Slow zei: “een arrogante” maar dat weet je zo maar niet. Bedeesde mensen kunnen zich ook zo gedragen.

Op een zeker ogenblik stonden Slow en mske samen en kwam de arrogante met een benauwd gezicht op hen af. “Zou je iets voor mij willen doen?” vroeg hij. Hij vroeg of ze de deur van het wc in het oog wilden houden want er zat geen sleutel aan de binnenzijde. Dat deden ze.

Gezien de tijd dat hij op die wc heeft vertoefd noemt mske hem nu “de kakker” al blijft Slow het bij “de arrogante” houden. Het baaske loopt namelijk nog altijd met zijn neus in de lucht.

Beschermd: Het verschil zit hem in het hoofd en niet in de difference

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Voer hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Graag gedaan Zoneke, graag gedaan!

Zoneke had mske enkele filmkes getoond op de laptop en toen hij en Bollie weg waren had mske aan Amke en Ella ook een filmke getoond.

Waarna Amke vroeg of Ella’s verjaardagswensen nog steeds op het blog stonden, die mske dan nog efkes liet zien en er ondertussen van profiteerde om de reacties te gaan lezen. Ze grinnikte.

“Wie is Max?” vroeg Amke. mske legde het uit. “Niemand laat zijn eigen pint alleen” las Amke. “Wat wil Max zeggen?” vroeg ze. mske legde uit over een liedje van Willy Alberti dat “Niemand laat zijn eigen kind alleen” heet. “Hier staat pint” zei Amke. Dus heeft mske het ganse verhaal maar verteld. “Hoe gaat dat liedje?” vroeg Ella. Slow gaf een voorstelling.

Toen Ella naar de tafel liep om te gaan eten, zong ze: “niemand laat zijn eigen pint alleen”.  Na het eten zong Ella: “niemand laat zijn eigen pint alleen”. Toen ze de trap opging, bij het uitkleden, in het bad, tot in bed …

“Zoon” zei mske later “het kan zijn dat Ella morgen een nieuw liedje zingt”. “Welk liedje?” vroeg Bollie. “Niemand laat zijn eigen kind alleen van Willy Alberti” zei mske “ze heeft het maar één keer gehoord, van Slow dan nog”. “Ah ja” zei Bollie “ons Ella moet maar één keer iets horen”. “Alleen zingt ze daar een vrije interpretatie van Max op” zei mske.

Zoneke keek op. Hij heeft al een paar dingen over Max gehoord, zie je. “Wat zingt ze dan?” vroeg hij. mske vertelde het hem. “Ja lap!” lachte Zoneke “nu gaat ze dat morgen in ’t school zingen en kan ik het weer gaan uitleggen”.

Hij vervolgde: “merci zenne moeder”.

Hasselt met een “T”

Het kan gebeuren dat er een eigennaam voorkomt in een door Meneer Sloddermans ingesproken dossier. Meneer Sloddermans spelt die niet, zo goed als nooit. De schrijfwijze moeten ze dan maar raden.

Laat nu toch vorige week ergens Slow ineens met groot ongeloof naar mske kijken en zeggen: “Dàt zegt hij wel zé! Hasselt met een “T”!”

Sedert die dag snauwt Slow af en toe eens tegen het scherm “Hasselt met een “T” zeker?” telkens er weer eigennaam opduikt die Meneer Sloddermans niet spelt en dat op een manier of die eigenste Meneer Sloddermans zich in persoon achter dat scherm bevindt.

Hoe lang moet dit nog bij concepten blijven staan?

Dat kinderoren altijd net dat opvangen en kinderhersentjes altijd net dat onthouden wat ze beter niet hoorden en wat ze beter niet onthouden is niet alleen van deze tijd.

Jaren geleden waren Ex en mske in het weekend met Zus en Zoneke in Duitsland, zoals ze wel meer weekends in Duitsland doorbrachten.

De maandagochtend daarop kwam Zus bij moe binnen en verklaarde: “meter, ik kan al Duits … Scheisse”.

Zomeruur

Ze hebben ons weer liggen.

Als je de nacht van zaterdag op zondag zo actief was alle klokken, die zichzelf niet aanpassen aan het nieuwe uur, handmatig al een uur vooruit te zetten, dan werd je zondag wakker met een slecht geweten als je de wekker bekeek. De dag was al gevorderd en jij lag nog in bed.

Als ze je dan zondag namiddag vragen of er een siësteke in zit, zeg je neen, want je hebt nog veel werk aan dit blog en het moet vóór 1 april klaar zijn.

’s Avonds moet je in bed, al ben je niet moe, maar je moet, want maandag is werkendag.

Maandagmorgen lig je om zes uur naar de klokken te luisteren en naar de eenzame vogel die met zijn tsjiep tsjiep een poging doet om de morgenconcerten des zomers in te zetten, maar stuit op tegenstand van al die andere kwieters die nog helemaal geen zin hebben in zingen … of misschien staat die hun biologische klok ook nog niet op zomeruur.

Uiteindelijk val je terug in slaap om wakker te worden met een slecht geweten als je de wekker bekijkt want de dag is al gevorderd …

En dan zijn we nog bij de gelukkigen die zich niet strikt aan dit opgelegde uurrooster moeten houden. We kunnen een langzaamaan-aanpassing doorvoeren.

Alles voor de energiebesparing! Leve de energiebesparing! Maar in de zomer is het ’s morgens klaar en is het ’s avonds klaar en in de winter is het ’s morgens donker en is het ’s avonds donker. In de tijden vóór het zomeruur -oelala, we worden oud, dat we dat nog meemaakten- liep alles ook vlot. De boeren en de tuinders zaten in hun tuin als het klaar was, oftewel ’s ochtends oftewel ’s avonds. De politiekers, vergaderden ’s nachts, zoals ze nu nog doen. En om energie te besparen beslisten ze gezamenlijk dat al de anderen ’s morgens een uur vroeger hun nest uit moesten. Nochtans is het goed geweten dat het ’s nachts altijd donker is, toch als je in deze driehoek woont.

Lafaard of moeial?

“De omstaanders deden niks” lees je soms in de gazet. En dan zegt iedereen: “hoe is dat nu mogelijk?”

Heel simpel!

mske ziet twee knullen van een 13à15 jaar. De grootste van de twee heeft de andere in een houdgreep en stoot constant met zijn knie in die zijn familiejuwelen. Niemand zegt wat … tot het mske te gortig wordt en ze zegt: “is dat nu bijna gedaan, ja?”

En nu denkt ze:

  • als dat gemeend was, waarom zijn ze dan alletwee verdwenen;
  • als dat om te spelen was, konden ze nog met hunne pa op de proppen komen.

Wanneer gaan mensen nu eens leren hun gezond verstand te gebruiken? Waarmee we er nog altijd van uit gaan dat ze dat hebben.

Page 2 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén