De blauwe zwaailichten stonden op de hoek van de straat waar Slow en mske uit kwamen. “Er is zeker wat gebeurd” zei Slow terwijl ze met hun tweetjes naar het stilstaande verkeer keken in de richting die zij uitmoesten. “Ik zal terugkeren” besloot Slow. Maar op de kop van de straat waar de omkeermogelijkheid bestond, had een ander dat zelfde plan al opgevat en stond al op het vrije stuk. Eén van de ventekes met vlammende matrak kwam die richting uit en gebaarde driftig dat de dwarsstaander terug moest invoegen.
mske zuchtte. Waarschijnlijk een controle. En dat met nog een uur rijden voor de boeg.
Ze voegden dus braafkes in. Het verkeer stond enkel stil op het volledig linkse baanvak en vorderde stapsgewijs op het middelste. mske zag andere blauwe zwaailichten redelijk ver voor hen en dacht dat ze waarschijnlijk tot daar moesten. “Ach” zei Slow “wij moeten er ervoor al af”. “Tenminste als ik hier links kan invoegen” voegde hij er even later aan toe. Nog iets later zagen ze dat ook dat niet zou lukken. Want op het linkerbaanvak verschenen pijlen die die automobilisten aanmaanden om maar op het middenvak te gaan rijden, terwijl de, ondertussen bijgekomen rechter rijstrook, ook al terug bij het midden moest invoegen. Alles op één lint.
Ergens halfweg de twee zwaailichten stonden ze. Twee politiecombi’s stonden schuin de volledige rijbaan te versperren, met enkel tussen beide in een schuine doorgang voor één auto per keer. De bijhorende agenten keken ook niet echt naar de auto’s. Dat lieten ze over aan de bemanning van een hoeveelheid politiecombi’s en -auto’s die terzijde stonden, die de gestaag voortschuivende file in het oog hield.
“Die zoeken iemand” zei Slow. Geen controle … of misschien … Terwijl Slow en mske aan het verkeerslicht stonden, klaar om naar links af te slagen, zag Slow hen een auto van tussen de rij halen en toen bleek er al een ander voertuig ook op de parking te staan.
Ze vertelden het voorval aan Zoneke die zei dat mske toch ook wel graag zou hebben dat ze ze vatten, moest haar iets overkomen. Daar is natuurlijk ook weer wat voor te zeggen. Maar gisterenavond was mske er niet echt over te spreken. De laatste tijd hebben de mensen van dit land én van dit huis wel heel wat klappen te verwerken gekregen. Als je dan al eens iets doet om je zinnen te verzetten, wrijven ze het er op die manier weer in.
“Nu weet ik precies hoe opgedreven vee zich voelt” zei mske.
Wat denkte daarvan?