Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Het huis met de drie billen

Er waren eens een mama prinses en twee kleine prinsesjes die samen met de papa, dat is gewoon papa prins natuurlijk, niet in een kasteel maar in een huis woonden. Dat huis had drie bellen. Een bel voor de mama prinses, een bel voor de papa prins en een bel, neen niet voor de kleine prinsesjes want die mochten de deur nog niet openmaken, maar voor Evarist-Amedee Tistaert de butler.

Maar de mama prinses kreeg er kouw seskes van als ze hoorde dat de butler gewoon nogal boers “allauw” zei als hij de telefoon opnam en ze zei dat hij: “met het huis met de drie bellen” moest zeggen.

Maar dat kon die butler niet onthouden.

En toen hij vlees bestelde bij de slager en de slager vroeg waar dat vlees moest worden geleverd zei Evarist-Amedee: “bij mij”. Maar daarmee was de slager nog niet wijzer en toen legde de butler de weg uit en zei: “drie keer afslaan en dan altijd rechtdoor en als je onder de brug van de spoorweg door rijdt ben je er al voorbij”.

“Het huis met de drie bellen, Evarist-Amedee” zuchtte de mama prinses.

En toen hij brood bestelde bij de bakker en de bakker vroeg waar dat brood moest worden geleverd zei Evarist-Amedee: “bij mij”. Maar daarmee was de bakker nog niet wijzer en toen legde de butler de weg uit en zei: “drie keer afslaan en dan altijd rechtdoor en als je onder de brug van de spoorweg door rijdt ben je er al voorbij”.

Mama prinses vond het de hoogste tijd om in te grijpen en schreef op een stukske papier dat ze boven de telefoon met een kopspeld vastprikte:

Het huis met de drie bellen.

Evarist-Amedee nam de telefoon op en zei “het huis met de drie billen” want net op het ogenblik dat de mama prinses de “e” had geschreven had haar schrijver een wat dikker lijntje gezet.

De bakker en de beenhouwer vonden het maar een rare naam voor een huis maar … de klant is koning en ze vertelden het dan ook aan ieder die het horen wilde.

“Maar nee!” gilden de twee kleine prinsesjes telkens er iemand vroeg of ze bij het huis met de drie billen waren “dat is Evarist-Amedee Tistaert die niet goed kan lezen”.

Dit verhaal is niet helemaal zo gegaan, er waren geen prinsessen noch een prins want die leven in sprookjes en dit is geen sprookje, het is ook geen echt verhaal, enkel een kleinigheidje. We hebben het op deze manier genoteerd om de herinnering er aan te bewaren. Mogelijk glimlacht iemand binnen enkele jaren er nog om, mogelijk wordt het helemaal vergeten.

Previous

De Vliegende Hollander

Next

Zonder excuus

3 Comments

  1. Dat soort versprekingen gaan lang mee. Niet alleen in verhaaltjes.

  2. Zoiets blijft hangen en wordt verder verteld en soms nog aangedikt ook!
    Hier zijn er woorden die al meegaan van toen de kinderen klein waren.Platte kaas is gewoon weg “klein papje” en een vriendin noemt liliane en mijn schoonzus ook . Dat woord kon de oudste niet uitspreken ,wel die werden klein tantje en tante lalan genoemd.Kinderen zijn vindingrijk.Omdat één van de kleinkinderen langs beide kanten opa en oma zegt heeft hij er iets op gevonden:wij zijn opa en oma KOKO ( omwille van kippen die hier in de buurt zijn) en de andere opa en oma JACKO omdat ze een papagaai hebben!

  3. onbegrijpelijke

    Hey,

    Ik heb van die soortgelijke dingen maar dan via de pc en mijn niet goed kunnen typen. Zo kreeg ik eens de volle laag omdat ik het woord hier had getypt, althans zo dacht ik. Mijn vinger had net naast de i gepakt en nam de o, resultaat er stond ” hoer “. Van een misverstand gesproken
    onbegrijpelijke

Wat denkte daarvan?

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén