Ze liepen met twee langs de kustlijn te joggen. Zij had een oranje t-shirt aan, hij ook maar dan fluo. Zij had de hond aan de lijn, hij had het zakske kak in zijn hand.
De hond en de lijn joepten op het ritme van haar looppas. Het zakske kak op dat van hem.
oma moetje
Ik bewonder hem! Deden ze dat hier ook maar: er ligt weer een hoopje aan onze oprit en wij mogen het oprapen, zonder zo’n speciaal zakske
bea
Een waaghals, of hij was er zeker van dat het een stevig zakske was