Zo was er de adjunct directeur van de school van Zoneke. Zoneke had mondeling Engels en elke leerling had 10 minuten tijd om het examen af te leggen. Zoneke moest om tien na elf binnen gaan. Logisch gezien moet je altijd rekening houden met een klein beetje vertraging.

Toen mske om 12 u Zus ging halen en daarna doorreed naar de school van Zoneke had ze gedacht dat hij al aan de afgesproken plaats zou staan. Maar neen, geen Zoneke. mske zette de motor stil en wachtte. Om één uur wachtte ze nog. Om half twee wachtte ze nog maar begon stilaan de zenuwen te krijgen, want uiteindelijk had ze nog andere dingen te doen. En bovendien zat Zus ook nog in die auto.

Toen ze haar geduld verloor, stapte ze uit en wandelde door de dreef tot aan de school. Ze ging naar het kantoor en de adjunct directeur stond haar te woord. Ze vroeg naar Zoneke en de man ging zich informeren. Hij kwam terug met de melding dat Zoneke nog altijd niet aan de beurt was geweest. En de man gaf als uitleg dat kinderen die het moeilijk hebben bij het examen, meer kans moeten krijgen.

Toen mske vroeg wat dat inhield, zei de man zonder blikken of blozen, dat de kinderen die stuntelden, even op adem mochten komen en dan een tweede poging kregen. Waarop mske nogal verwonderd vroeg waarom die stuntelaars hun tweede kans dan niet kregen nadat iedereen zijn beurt had gehad. Dat maakte de schoolmeester in de man wakker en zijn stem ging omhoog toen hij zei: “Je moet geduld hebben hé mevrouw, je moet begrijpen …”

En mske was dat betuttelend gedrag zo beu dat ze zei: “Ik moet niets, maar jij moet weten dat mijn zoon hier al sedert vanmorgen vroeg moest zijn, jij moet weten dat je hem hier zonder eten laat zitten wachten omdat anderen blijkbaar meer belang hebben”. De man liep, zonder nog één woord te zeggen, de trap op en kwam een tiental minuten later terug met Zoneke zeggende: “haast je wat! Je moeder is erg overstuur”.