Het hotel was gereserveerd, niet door ons, maar voor ons. Rekening houdend met het feit dat we daar toch met een zestal zouden komen overnachten en pas laat -of vroeg- zouden inchecken werd een automatische incheck geregeld. De code was er, het kastje opende zich en de zes sleutels waren ter beschikking.

Alleen … we konden er niet in, met géén van de zes sleutels. We stonden daar met ons viertjes -de twee anderen kwamen nog iets later- zo naar die sleutels te kijken, denkend: “wat nu?” toen er ineens aan de overkant van het straatje een venster openkriepte en een slaapschorre stem vroeg wat er scheelde.

Stonden wij daar door een mysterieus personage achter een kier van een raam te zeggen dat we het hotel niet in konden. En wat zei die stem daarop? Dat we efkes wat opzij moesten gaan staan zodat hij kon zien of we het wel juist deden.

We hebben Luc wat terzijde geschoven en gedemonstreerd. De stem zei: “wacht even” om even later, vergezeld van de hele man deze keer, de deur uit te komen, een sleutel uit zijn mouw te schudden en ons in dat hotel binnen te laten.

Wat bleek? De collega had vergeten de sleutels te valideren. En terwijl de man de sleutels valideerde, wilde één van ons de sanitaire voorziening wel eens bezoeken, we hadden tenslotte een autorit van twee uren achter de rug, maar de sanitaire voorziening was ook op slot.

Om verdere vertraging met die sleutels te vermijden, hebben we daar maar niets van gezegd.