Door iets wat Slow vanmorgen zei, dacht mske aan een verhaal dat moe haar jaren geleden vertelde.
Het ging over Vlaamse jongens die in het leger waren en geen Frans kenden, terwijl de officieren géén Vlaams kenden. Daardoor werden die jongens gedwongen aan het ene been een handvol hooi te bevestigen en aan het andere een handvol stro, zodat de officier dan het order: “hooi – strooi” kon geven in plaats van “links – rechts”.
Toen mske nogal verontwaardigd zei dat die officier even gemakkelijk “links – rechts” kon leren als “hooi – strooi” (waartussen veel mensen nog het verschil niet kennen) zei moe dat ze een dwarsligger was.
Toen ze dat verhaal aan Slow vertelde, zei hij dat dat ook in De Loteling werd aangehaald maar hij wist niet zeker of het hem wel om een taalkwestie dan niet om een intelligentiekwestie ging.
Nu ja, taalkwesties zijn meestal terug te brengen tot intelligentiekwesties, ware het enkel al vanwege de ezelsneigingen die sommigen in dat opzicht vertonen.
Wat denkte daarvan?