Vorige week waren Slow en mske ergens te vroeg en dus zaten ze maar even van het uitzicht te genieten van een reuzekraan aan het werk.
En ineens zei mske: “dat moet ook een leuk jobke zijn” en toen Slow haar aankeek verduidelijkte ze: “daarboven in die kraan. De ganse dag daarboven, tegen niemand iets kunnen zeggen, de bewegingen van het ding door de wind en door het werken ermee. Ik vraag me zelfs af of die naar beneden komt om te eten of dat hij iedere morgen zijn schoofzakske mee naar boven sleept”.
En toen bedachten ze alle ongemakken die zo iemand wel kon ondervinden die niet “agauw” efkes dit of dat kon doen, maar gevangen zat in een kotteke waar hij met moeite in kan bewegen.
Wat denkte daarvan?