“Waar waren wij allemaal vorige woensdag om 16u?” vraagt kardinaal Danneels zich af in zijn paasboodschap. Wél … ik denk niet dat we een alibi moeten voorleggen maar toch efkes inpikken op die brave zijn vraag. Moesten we geweten hebben dat het zou voorgevallen zijn hadden we misschien met ons 10 miljoen daar kunnen staan.
Maar hier in dit land is wettelijke zelfverdediging toch verboden? Of hoe zit dat? Een juwelier die schiet op ene die zijn zaak aanvalt gaat zelf de bak in. Of moet die juwelier wachten tot die andere eerst geschoten, eerst gestoken heeft?
Of verwachten ze van de pendelaars dat ze met blote handen een kerel met een mes gaan aanvallen? Vooropgesteld dat ze het doen, wat gebeurt er als die mens zelf een steek krijgt? Wat gebeurt er met zijn/haar vrouw/man, kindjes? Wees maar gerust dat dat sukkelkes zouden zijn want dan zou het excuus om hen niet te helpen zijn dat “hij/zij maar zo stom niet moest zijn om ongewapend aan een gewapende tegenstand te bieden”.
Of misschien liep daar wel iemand tussen die zelf in het bezit van een wapen was … zou die achteraf een medaille krijgen voor moed? Of zouden ze hem/haar oppakken voor verboden wapendracht? En nog wat, kardinaal Danneels, waar was jij? Jij hebt geen partner of kindjes die je nodig hebben. Kom tussen de mensen in plaats van ergens van op je grote hoogte kritiek te geven op de menigte terwijl je dingen brabbelt die, zoals je ziet, altijd op de kop van de verkeerde neerkomen.
Haal gewoon wilde beesten zoals dat van de straat vóór ze de kans krijgen om slachtoffers te maken en zeg niet dat dat onmogelijk is. Want zelfs als het geweten is kan noch de politie noch de scholen iets ondernemen, alleen maar zagen tegen het slachtoffer.
Bah, daar krijgen wij nu eens het zuur van, zie!
Juffrouw Tik
16-04-2006, 19:35:40
xxx
Daar hebt ge een punt, zie
grtjs
http://zonneklopper.skynetblogs.be
kathy
x
—————————————————————————–
16-04-2006, 20:43:28
Even aandachtig lezen!
Wat de kardinaal bedoeld is dat onze maatschappij geëvolueerd is tot een top egoïstische samenleving. We leven in een “moet kunnen” euforie. Alles moet kunnen er wordt zelfs gepleit om “kleine criminaliteit” onbestraft te laten maar anderzijds wordt het nalaten van een “hondendrolletje” op straat gezien als milieuschade. Door onze politici is het zover gekomen dat we door het bos de bomen niet meer zien zoals ge zelf schrijft:”Maar hier in dit land is wettelijke zelfverdediging toch verboden ?” . Vandaag haalt er een een stunt uit met “alles gratis” en morgen staan er plots te veel verkeersborden nadat men er eerst “duizenden ZONE 30” heeft laten neerpoten. Het duurt jaren eer men kan zeggen of iemand legaal of niet in ons land verblijft. Ik heb de tekst van de kardinaal heel goed begrepen. En wees gerust zij die het moeten begrijpen hebben het ook begrepen. De media brengen niet altijd de volle waarheid veel is politiek gekleurd. U kunt de volledige tekst hieronder lezen.
Met vriendelijke groeten,
De gave van het leven
Het was dus slecht geëindigd met Jezus. De Prins van het Leven die zovele zieken had genezen en doden tot het leven teruggeroepen, stierf op een kruis tussen twee moordenaars, gehoond en bespuwd door de menigte. Het was allemaal slecht met Hem afgelopen. Kort tevoren was Hij nochtans triomfantelijk door zijn stad ingehaald, als was Hij haar koning. Jeruzalem had hem aan de borst gedrukt. Nu spuwde ze Hem uit als bedorven spijs. Maar nu zijn de kreten helemaal verstomd, ook de zijne op het kruis: “Vader waarom hebt ge mij verlaten?” (Ps 22,1)? Nu bleef alleen nog de stilte van het graf over en de leegte van het niets.
Dan – precies zoals bij ons deze dagen waar de lente schuchter om de hoek komt kijken – is precies alles weer gaan leven in de stad. Alle botten lopen uit en alles roert: het is amper licht en de vrouwen snellen naar het graf. Ze dragen reukwerk mee. Maria van Magdala is al komen kijken in de tuin op zoek naar Hem. Petrus en Johannes – die stevige pilaren van de Kerk en moeilijk te bewegen – haasten zich op weg. Het leven keert terug. En zelfs met grote haast. Het is als een korte, vlugge lente. Het leven is terug als een schicht van de bliksem.
De engel in het wit, de Boodschapper van het leven op deze plaats des doods, zegt hen: “Waarom zoeken jullie de Levende onder de doden. Hij is verrezen. Hij is niet hier”. Na een kort gevecht van drie dagen, is het duel tussen Leven en dood gestokt. Dat hebben we trouwens daarnet gezongen: “Dood en leven hebben ondereen een wonder duel gestreden. ‘De Meester van het leven , hoewel dood, Hij leeft’” uit de paassequentie).
Maar wat is leven ? We weten het allemaal wel: het leven loopt door onze aderen, het klopt in ons hart, het gaat met de adem in en uit. Leven is zo vanzelfsprekend dat we ons zelfs niet eens meer ervan bewust zijn, behalve dan als het ons dreigt te ontglippen. Leven lijkt ons zo normaal. Maar vaak is het zo dat wat ons als het meest normaal voorkomt, het meest abnormaal blijkt te zijn. Het leven lijkt een recht – ‘hoezo? zou ik dan niet mogen leven? Ik heb er recht op’ hoor je al zeggen – maar eigenlijk is het leven een mysterie.We weten niet eens waar het vandaan komt en hoe het is begonnen. En al evenmin hoe het zal eindigen. Dat zei Jezus al tot Nikodemus in de nacht. Zeker, we weten het wel, vanwaar ons leven komt: van onze ouders natuurlijk en de biologie heeft zijn genese helemaal uitgekiend. Maar in werkelijkheid komt het van veel verder. De biologie verklaart hoe we zijn ontstaan, maar zwijgt over de vraag waarom we er zijn. Psalm 139 zegt het cru : “U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder” (Ps 139,13). Op het eerste gezicht lijkt het leven van ons. We voelen ons de eigenaars: we kunnen ingrijpen ten goede en ten kwade. Het leven lijkt gewoon een etappe te zijn in de evolutie van de soorten en zal zich dan wel lenen tot het gewillige terrein van experimenten allerhande. En van alle banaliseringen evenzeer. Maar zijn we wel eigenaars van het leven? God zegt dat Hij dat is, maar dat wij zijn achtbare en gewaardeerde beheerders mogen zijn. Geranten en geen meesters. Het leven lijkt wel alsof we inzake leven recht hebben op God, terwijl dit leven eigenlijk een geschenk is van Hem aan ons. En als er zoiets als een recht op het leven bestaat, dan is het precies omdat dit leven ons eerst als cadeau is gegeven. “Waar waart ge?” zegt God, “als ik je geweven heb in de schoot van uw moeder? Waar waart ge toen ik uw ogen heb gevormd, uw neus en uw mond heb geplaatst? Als ik u oren heb gegeven om te horen en armen om te omhelzen?”In het boek Job keert het haast als een refrein telkens weer terug. Ja, alles is ons in bruikleen gegeven voor de duur van ons leven. Denk er toch aan, gij mens: ‘De mens is het gras op het veld, als het groen van het gazon, als kruid dat op het dak groeit of in de dakgoot’ (cf. Jes 3. Alles is ons gegeven. Moeten we dan niet meer onze capaciteit om te ontvangen cultiveren, meer dan die om te manipuleren? Overigens, wie niet kan ontvangen, hoe kan die ooit geven ?
God heeft ons het leven toevertrouwd en in handen gegeven: het onze en dat van alle levenden. Wij zijn verantwoordelijk voor alle leven op aarde: vanaf het grassprietje onder onze voeten tot en met de dieren, de vogels en de medemensen. God stelde ons aan als wakers en wachters. Want het leven wordt bedreigd. Wat is het soms nog waard ? Dat van Christus werd op dertig zilverlingen geschat. Dat van de jongeman in Brussel-Centraal was een Mp.3-speler waard. Honderden hebben het gezien hoe hij vermoord werd. Niemand deed iets. Waar waren de wakers en de wachters, waar waren wij verleden woensdagnamiddag om vier uur? God vraagt ons: “Waar is jullie broeder? Waar is jullie Abel?” (cf. Gn 4,9). En dan moeten we maar niet antwoorden zoals Kaïn: “Ben ik dan misschien de hoeder van mijn broeder ?” Of nog: zeggen, dat is de taak van de staat en de politie. Die kunnen niets als wij ze niet helpen in deze opdracht die met dag nog zwaarder wordt. Niemand kan meer op een eiland leven.
De Kerk waakt bij het leven daar waar het geweld de overhand dreigt te nemen. Bij het begin en aan het einde, vanzelfsprekend. Maar ook daar tussenin. Daar bv. waar mensen een land zoeken om er te kunnen leven en werken in waardigheid. De oplossing voor dit schrijnend probleem is op de eerste plaats wel van politieke aard en vraagt om politieke stappen. De Kerk moedigt degene die naar oplossingen zoeken, al is ze zich ervan bewust dat hiervoor geen tovermiddelen bestaan. Blijft alleszins het menselijke drama : de Kerk wil zich daarvan niet desolidariseren. En het is onontbeerlijk dat dit probleem de aandacht van de publieke opinie blijft behouden. Maar over de wegen en de middelen daartoe moet nagedacht worden en overlegd.
Ons leven op aarde is het cadeau dat God ons toevertrouwt. Maar dit cadeau is een soort Johannes de Doper, een voorloper, die al met de vinger wijst naar een geschenk dat nog komen moet en nog veel groter is. Als God ons het leven naar het lichaam schenkt – dat kort is en vol zorgen – denkt Hij al aan een ander leven, waar ‘Hij alle tranen zal wissen uit onze ogen, waar de dood niet meer al zijn, geen rouw meer, geen klacht, geen pijn want de oude wereld zal voorbij zijn …’(cf. Openbaring 21,4). God kan zich immers niet verzoenen met voorlopigheid. Ons sterfelijk lichaam zal veranderd worden in een geestelijk lichaam en dit korte leven op aarde overgaan in een leven dat geen einde kent. Want het geschenk van dit tijdelijke leven dat we hebben ontvangen, kan nooit onze dorst naar onsterfelijkheid stillen. Niemand wil sterven. En Paulus zegt: “Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn we de beklagenswaardigste mensen die er zijn “(1 Kor 15,19). Maar de Korintiërs – pientere Grieken, verstandig en rationeel – repliceerden dadelijk en dreven hun nieuwsgierigheid heel wat verder: “Maar hoe worden de doden opgewekt? Hoe zou hun lichaam er uit moeten zien?” (1 Kor 15,35). En wat antwoordt hij? “Dwaas die u bent! Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voor het tot leven kan komen. En wat u zaait heeft niet de vorm die het later krijgt: het is nog maar een naakte korrel. God geeft daaraan de vorm die het later krijgt …” (1 Kor 15,36 e.v).
In deze lentetijd, waar miljoenen kleine zaadjes rusten in de grond van onze tuinen om straks te gaan kiemen, groeien en bloeien, kunnen we iets beter vermoeden van wat het eeuwige leven moet zijn. Dat zaadje zijn wij. Dit sterfelijk lichaam van ons – een klein naakt zaadje – is bestemd om straks zijn hoofdje uit te steken boven de aarde die het bedekt en open te bloeien tot een nieuw verrezen lichaam.
Wij zijn hier maar passanten die nooit vrede zullen kunnen nemen met de dood als terminus. Voor ons geloof is de dood een doorgang naar het ware leven bij God. Maar waarom dan die verplichte doorgang door het donker van de dood? Waarom ons die tunnel zonder licht niet bespaard ? Omdat ons diepste wezen liefde is. En alle liefde hier op aarde passeert door de proef van lijden en kruis. God heeft het als eerste zo gedaan met zijn eigen Zoon die ons is voorgegaan. Jezus is door de diepe ‘meren des doods’ gewaad en door de golven van het lijden gepasseerd. Maar de Liefde heeft het gehaald: door haar kracht is Hij verrezen. Als eerste is Hij mogen binnengaan in het land van licht, rust en vrede. Daar wacht Hij op ons tot op het uur dat de Heer voor ieder van ons heeft bepaald.
Zalig Pasen! De Heer van het leven, hoewel gestorven, leeft! En hij liet ons achter op de muren van de stad van de mensen,als wakers en wachter bij het leven
+ Godfried Kard. Danneels
Aartsbisschop van Mechelen-Brussel
Mijn zegje
mmvrt@hotmail.com
—————————————————————————–
16-04-2006, 21:25:21
iaiaiaiai
de overheid is een ezel met vele builen.
http://ridder-van-de-lach.skynetblogs.be
ridder van de lach
—————————————————————————–
16-04-2006, 22:15:47
‘k ga het kort houden
’t wordt van langstom triester, er is niet veel respect meer voor een medemens…héél triest.
http://dingskeisdebeste.skynetblogs.be
dingske
—————————————————————————–
17-04-2006, 01:08:18
sprookjes
goed gescheven mske, ik zou je tekst zo op mijn blog zetten.
pak de mensen hun “geloof ” af en ze zijn verloren
en mischien heeft Daneels meer kindjes dan wij weten (grapje)
liliwens